‹ Ster van Bethlehem: Christmas of XmasHet getuigenis der sterren ›
Castor & Pollux
Gepubliceerd op 13-12-2005

When wintry tempests o'er the savage sea
Are raging, and the sailors tremblingly
Call on the Twins of Jove with prayer and vow...

Shelley, "Poetical Works", 1839

Homer's Hymn to Castor and Pollux


Castor & Pollux zijn de twee helderste sterren van het sterrenbeeld Gemini, de tweelingen. Naast een hypothese dat hiermee de Ster van Bethlehem wordt bedoeld, is er ook in Handelingen 28 een passage waar een Alexandrijns schip de naam van deze twee hebben.

Het Alexandrijnse schip had blijkbaar te Malta overwinterd en met dit schip ging Paulus, na de schipbreuk, het laatste stuk naar Rome maken. De naam of beter gezegd het scheepsmerk waar het schip onder voer was die van de Dioscuren. Dat het in die tijd gewoon was om afgoden op de boeg te hebben blijkt uit een beschrijving van de Griekse satiricus Lucianus van het schip de Isis, een Romeins graanschip dat hij in 150 n.C. in Piraeus zag liggen. Hierin vermeld hij dat de hekbalk (=achtersteven) eindigde in de kop van de heilige gans van Rome en dat de boegbalk de beeltenis droeg van de godin Isis.

Theologisch bekeken moet dit zeer zeker een nieuwe beproeving zijn geweest voor de apostel Paulus, temeer daar het de gewoonte was om offers te brengen aan de beschermgoden die op de boeg waren bevestigd. In het gedicht van Mrs. Shelley, welke ook hierboven al is aangehaald, wordt nog eens duidelijk aangegeven dat de Dioscuren Castor en Pollux de beschermgoden waren van de zeelieden. Dat ze verder werden aanbeden, niet alleen door gebed, maar ook door offers:

"Call on the Twins of Jove with prayer and vow,
Gathered in fear upon the lofty prow,
And sacrifice with snow-white lambs..."

Het doel van deze gebeden en offers moge duidelijk zijn in de rest van het gedicht:

"Fair omen of the voyage; from toil and dread
"The sailors rest, rejoicing in the sight,
"And plough the quiet sea in safe delight.

Hoe Paulus' reactie is geweest weten we niet. Duidelijk is wel dat de zeelieden de Dioscuren in grote mate vereerden en dat het teken van deze goden, nl. het "St. Elmes vuur" regelmatig te zien zal zijn geweest op de masten en de touwen van de toenmalige schepen. Een leuk detail is dat eeuwen later op Malta het fort St. Elmo, te Valletta, werd gebouwd (1481-1551), welke genoemd was naar de patroonheilige van de zeelieden uit die tijd: Sint Erasmus (=St. Elmes).

Castor en Pollux
Castor en Pollux van het sterrenbeeld Gemini (=Tweeling) vormen een prominent paar aan de hemel; Castor is de noordelijke ster en de iets zwakkere van de twee, schijnt met een diamant witte kleur in contrast met heldere gouden tint van Pollux.


Het schitterende paar heeft sinds lange tijden ten toon gestaan als de "hemelse tweeling". In Griekse legendes waren zij de zonen van Leda en Zeus, en worden in diverse geschriften de "Tweeling Laconian Sterren", de Spartaanse tweelingen, de Ledaean Lichten of de Ledaean sterren, de Gemini Lacones of de Geminum Astrum genoemd. De Romeinse dichter Manilius noemt ze in zijn Astronomica, welke waarschijnlijk gedicht is ten tijde van de regering van keizer Augustus, Phoebi Sidus verwijzend naar de legende dat de tweelingen onder bescherming stonden van de god Apollo; in andere oude Latijnse geschriften worden zij genoemd de Ledaeum Sidus of de Ledaei Juvenes. In Rome werden zij de Dioscuri, de zonen van Zeus, genoemd en werden vereerd als bewakers van de eeuwige stad.
In de Griekse wereld daarentegen werden Castor en Pollux vooral vereerd door de zeelui, en waren ze betrokken bij de bescherming tegen de stormen en andere gevaren van de zee. In het verhaal van de Argonauten spelen ze dan ook een belangrijke rol.

Het St. Elmes vuur
De electrische gloed welke soms te zien is in de masten en wanden van een schip tijdens stormachtig weer, wordt vaak het St. Elmes vuur genoemd en werd in klassieke tijden vaak geassocieerd met de leidende geest van de tweelingen, om die reden ook wel de Ledaean Lichten genoemd. In de Middeleeuwen werden ze vaak "corposanters" genoemd.

Het St. Elmusvuur wordt doorgaans 's nachts waargenomen, bij onweer en sneeuw- of hagelbuien, of kort daarop. Men ziet dan gekleurde bibberende vlammetjes op masten, stangen, vliegtuigvleugels, striken. Dit verschijnsel duurt normaal enkele minuten. Het ontstaat door een coronale ontlading, als de elektrische veldsterkte in de lucht een bepaalde drempelwaarde overschrijdt. Het St. Elmusvuur is bij veel alpinisten zeer bekend omwille van het typische geluid dat ermee gepaard gaat. Als de coronale ontladingen boven op scherpe bergtoppen krachtig genoeg is, hoort men een gezoem als van bijen.


Tags: Astronomie
Gerelateerde onderwerpen: Astronomie

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs