‹ Ambt van diakenRachel ›
Ambt van oudsten
Gepubliceerd op 04-01-2006

De benaming "oudste" wordt gebezigd voor hen, die in het ambt van oudste zijn aangesteld, maar kan ook zien op gelovigen, die reeds oud zijn en veel inzicht en ervaring hebben.

In Derbe, Lystra, Iconium en Antiochië werden door Paulus en Barnabas oudsten aangewezen om toezicht te houden (Hand 14:23). Titus moest op Kreta, in opdracht van Paulus, oudsten aanstellen (Tit 1:5) en in verband hiermee spreekt de Bijbel ook over opzienersambt (1 Tim 3:1; Tit 1:7)/ oudsten worden dus ook opzieners genoemd.

In Efese en Philippi blijken ook aangestelde opzieners geweest te zijn (Hand 20:28; Fil 1:1). Verder lezen van geen bepaalde, me name genoemde plaatsten, waar oudsten aangesteld zijn.

De voorwaarden, waaraan oudsten, die in het ambt geplaatst werden, moesten voldoen, worden in de eerste brief aan Timotheüs vermeld (1 Tim 3:1-7). Deze oudsten moesten in ere gehouden worden, vooral als ze zich ook bezig hielden met prediking en onderricht (1 Tim 5:17). Een klacht tegen hen mocht niet in behandeling genomen worden, tenzij er twee of drie getuigen waren (1 Tim 5:19).

Uit deze korte reeks studie over het ambt blijkt dat diakenen en oudsten aangesteld werden voor een plaatselijke gemeente, dat deze aanstelling in de eerste instantie plaats vond door de apostelen, die hun apostolisch gezag konden laten gelden of, door andere aangestelde personen zoals bij Titus.


Tags: Christendom
Gerelateerde onderwerpen: Christendom

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken