‹ De ZelotenEen geschiedenis van satan ›
Het wilde zwijn
Gepubliceerd op 05-02-2006

Hoewel het Obelix favoriete voedsel is, was het voor de Joden één van de dieren waar ze de grootste afkeer van hadden. Het gaat om de chazier, het wilde zwijn uit het woud (Ps 80:14).

Volgens Leviticus 11:7 blijkt dat het zwijn zal u onrein zijn. Een zwijn gold dan ook vanouds als het beeld van vuilheid (Spr. 11:22; Mat. 7:6; Petr. 2:22), mede omdat het dier zich al te graag wenteld in de modder (Deut. 4:8).

In de evangeliën lezen we dat in de omgeving van Decapolis (oostelijk van het meer van Tiberias) er zwijnen werden gehoed (Mat. 8:30; Mark. 5:12; Luk. 8:32; 15:15), we moeten hierbij denken aan tamme zwijnen of varkens. Deze bewoners waren van heidense afkomst en hielden zich niet aan de spijswetten van Mozes.

Dat deze dieren werden verafschuwd door de Joden blijkt uit één van de anecdotes dat in de begintijd van de kibbutzim varkens werden gehouden, echter omdat dit niet mocht noemde men ze "zebra's". Bekend is ook het korte verhaal van Edgar Allan Poe Een verhaal uit Jeruzalem waar religieuze Joden ten tijde van de belegering door de Romeinen een deal met de belegeraars hadden gesloten om een ram te kopen voor de offerdienst, die toch vooral doorgang moest blijven vinden. Nadat ze een mand met zilveren shekels hadden laten zakken, werd door de Romeinen een dier in de mand gestopt welke de religieuze Joden weer naar boven takelden. Pas toen de mand nog slechts enige tientallen centimeters van de voeten van hen verwijderd waren, verried een laag gegrom de aanwezigheid van een buitengewoon groot varken. Van schrik lieten ze het touw los en terwijl het vrijgekomen gemeste varken hals over kop temidden van de Romeinen terechtkwam, riepen ze: 'Het is het vlees waarvan we de naam niet over onze lippen kunnen krijgen.'


Tags: Fauna

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij