‹ Gods zonen (Gen 6:4)De borstplaat van de hogepriester ›
Gods zonen (Rom 8:14)
Gepubliceerd op 11-03-2006

In een vorige blog hadden we het over Gods zonen in Gen 6:4, vanochtend op de CBMC lazen we Romeinen 8: 1-16 en ook in dit gedeelte is er sprake van Gods zonen, echter nu in een totaal ander verband:

Want allen die door de Geest van God geleid worden, zijn zonen van God (Rom 8:14).

Als we het voorgaande vers lezen dan zien we dat het gaat om christenen die zich laten leiden door de Heilige Geest en niet meer hun eigen zin doen. (vs 13). Het blijkt dat een ieder die Christus heeft aangenomen, niet alleen het eeuwige leven heeft (Joh 3:16) maar ook nog eens door God worden aangenomen als kinderen (Rom 8:15), we zijn dan op dat moment geen slaven meer. We zijn door God volledig geadopteerd, met alle voor- en nadelen. We zijn erfgenamen geworden van God, en medeërfgenamen van Christus, en wel zonder successierechten, dat zijn de voordelen!

De andere kant is dat alles wat God geeft aan Christus, Hij ook ons zal geven. Als Christus lijden moest doormaken, dan mogen ook wij datzelfde lijden verwachten. Maar zoals Christus daarna verheerlijkt is, zo zullen ook wij die heerlijkheid krijgen (vs 17).


Tags: Personen, Romeinen

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken