‹ Duisternis over Golgotha: ZonsverduisteringPasen: De kruisweg ›
Duisternis over Golgotha
Gepubliceerd op 13-04-2006

We hebben al verschillende artikelen geschreven betreffende de "Duisternis over Golgotha". Na een algemene inleiding zijn de verschillende theoriën behandeld:

Vandaag heeft het Reformatorisch Dagblad het artikel "Onverklaarbare duisternis" in hun krant geplaatst. Hieronder volgt de tekst, de hyperlinks zijn van mij:

Wellicht viel het niet op: de zonsverduistering vorige maand. Ruim drie uur was de zon vanaf de aarde niet te zien. Een vergelijking met drie uur duisternis op Golgotha is dan gauw gemaakt. „Van de zesde tot de negende ure” kan zich 2000 jaar geleden op Goede Vrijdag echter geen zonsverduistering hebben voorgedaan. Het moet een groter wonder zijn geweest.

Astronomische gebeurtenissen van betekenis markeren begin en eind van het leven van de Heere Jezus. Een ster in het oosten is het teken van Zijn geboorte. De aankondiging daarvan gaat met hemels licht gepaard. „De heerlijkheid des Heeren” omscheen de herders, vertelt de evangelist Lukas. Bij Zijn overlijden is het midden op de dag donker, drie uur lang.

Tot op de dag van vandaag speelt sterrenkunde een rol bij Pasen. De paaszondag valt op de eerste zondag na de eerste volle maan na het begin van de lente. Deze regel dateert uit 325 na Chr. en is vastgesteld op het concilie van Nicea.

De lente begon dit jaar op 20 maart, omdat de zon op die dag om 12 uur ’s middags loodrecht boven de evenaar stond. Vandaag is het, om precies te zijn om 16.40 uur, volle maan. En daarom valt eerste paasdag dus op aanstaande zondag. Pasen kan zo tussen 22 maart en 25 april door de kalender schuiven.

De kerk koppelt in 325 niet voor het eerst de viering van Pasen aan de schijngestalten van de maan. Het joodse Pascha heeft oudere papieren; het volk herdenkt dan immers de overhaaste uittocht uit Egypte in de vijftiende eeuw voor Christus. Die herdenking vieren de joden op de veertiende van de maand Nisan. Omdat het begin van de maand gekoppeld is aan de nieuwe maan, valt de veertiende van de maand altijd rond volle maan.

Ook de Heere Jezus viert met Zijn discipelen het Pascha, de dag voor Goede Vrijdag, op de veertiende van de maand Nisan. Dat is de eerste reden om een zonsverduistering als verklaring voor de drie uur durende duisternis op de daarop volgende dag uit te sluiten. Een zonsverduistering kan alleen ontstaan bij nieuwe maan, waarbij de maan tussen de aarde en de zon instaat; bij volle maan kan hooguit een maansverduistering ontstaan, omdat dan de aarde precies tussen de zon en de maan in staat.

Daar komt bij dat een zonsverduistering voor één plaats op aarde hooguit 7 minuten en 31 seconden kan duren. Zo trok vorige maand de schaduw van de nieuwe maan wel een drie uur durend spoor over de aarde, maar voor één plaats in dat spoor was de zonsverduistering niet langer dan die enkele minuten.

Hulde

Voor astronomen staat hier de wagen stil: een zonsverduistering bij volle maan is ondenkbaar, net zo min als een verduistering van drie uur. Elke mogelijke verklaring ontbreekt; net als sluitende getuigenissen van het gebeurde uit seculiere bronnen. Daar is wel degelijk naar gezocht, maar de meeste sporen lopen dood. Zo heeft het British Museum in Londen brieven van Herodus en Pilatus in de collectie -en die reppen over duisternis bij de kruisiging- maar er bestaat nogal wat twijfel over de echtheid van die geschriften.

Phlegon, Thallus, Julius Africanus en Eusebius, al die namen passeren zowel bij astronomen als oudvaders de revue, maar geen van die bronnen biedt een betrouwbaar en controleerbaar verhaal.

Dat verhaal staat in de Bijbel. De theoloog prof. dr. S. Greijdanus schrijft in de Korte Verklaring bij Lukas 23:45: „Hier was dus geen gewone zonsverduistering, doch een wonder, dat we niet uit natuurlijke oorzaken verklaren kunnen. God heeft haar gewerkt, maar op welke wijze is ons onbekend. Zijn toorn over onze zonde, door den Heere nu gedragen, openbaarde zich daarin. Hij onttrok nu alles aan den Heere, zelfs het licht. En wat hier nu op Golgotha geschiedde van mensenhand, was zo gruwelijk, dat, om zo te zeggen zelfs de zon er zich het gelaat voor bedekte. In zover kan deze verduistering der zon den Heere enige verlichting gebracht hebben, dat de zonnestralen Hem en Zijn wonden nu niet zo kwelden, en dat de mensen allicht onder zekeren indruk van dit zo ongewone verschijnsel gekomen zullen zijn, zodat ze hun spot meer inhielden.”

Calvijn vindt de drie uur durende duisternis, in combinatie met andere tekenen, vooral ook eerbetoon. „Zo legde de verduisterde zon, de bevende aarde, de gespleten steenrotsen, en het gescheurde voorhangsel een schitterend getuigenis van Christus’ majesteit af, als brachten hemel en aarde hun Schepper en Maker de verschuldigde hulde toe.”

De Geneefse theoloog gelooft niet in een duisternis over, letterlijk, de hele aarde. „De mensen zouden er dan veel minder acht op gegeven hebben, omdat men ze dan onder de natuurlijke verschijnselen gerekend zou hebben. Maar dat de zon overal helder scheen, terwijl alleen Judea in duisternis gehuld was, was een veel treffender wonderteken.”

Haren zak

Dat verklaart eens te meer dat sterrenkundigen niet grossieren in verslagen van die gebeurtenis. Tegelijkertijd is het ook vanzelfsprekend dat er geen astronomische verklaringen voor aan te voeren zijn. Echter: zelfs wanneer sterrenkundigen een verklaring zouden hebben, sluit dat het wonder niet uit. Dat blijkt al bij een ’normale’ totale zonsverduistering. Daarbij dekt de maan, voor een waarnemer op aarde, precies de zonneschijf af: niet meer en niet minder. En dat terwijl die kleine maan op ongeveer 385.000 kilometer om de aarde draait en de zon op dat moment niet minder dan 150 miljoen kilometer van de aarde is verwijderd.

Niet alleen het leven van de Heere Jezus is door astronomische tekenen omspannen: het geldt ook voor de hele schepping. Op de eerste dag schept God het licht en pas bij de vierde dag komen zon, maan en sterren. Aan het einde der tijden, zegt Johannes in Openbaring, zal de maan als bloed worden, de sterren zullen van de hemel vallen en de zon zal zwart zijn „als een haren zak.”

God is voor het licht niet afhankelijk van de zon; dat blijkt al bij de schepping, en het zal bij de herschepping niet anders zijn. Hijzelf is schijnende heerlijkheid. Uiteindelijk zijn er zo in het nieuwe Jeruzalem ook geen hemellichten meer nodig; wel de gekruisigde en opgestane Christus: „De stad behoeft de zon en de maan niet, dat zij in dezelve zouden schijnen; want de heerlijkheid Gods heeft haar verlicht, en het Lam is haar Kaars.”


Tags: Astronomie
Gerelateerde onderwerpen: Astronomie

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs