‹ Als de moederkerk zwanger wordtDe Wapenrusting ›
Opwekkingsliederen versus gezangen
Gepubliceerd op 05-05-2006

Enige dagen geleden had ik in ludieke vorm de verschillen tussen opwekkingsliederen en gezangen op mijn blog geplaatst.

Deze keer een iets meer serieuze benadering, de reden is dat ik regelmatig de opmerking hoor "het staat in de opwekkingsbundel dus is het goed". De vraag is echter of dit zo is, we mogen stellen dat alle christelijke opwekkingsliederen aan bepaalde eisen voldoen. Zo mogen we verwachten dat in lofprijzingliederen er een bepaalde eerbied is voor Degene aan wie de lofprijzing wordt gegeven.

In de opwekkingsliederen zou dat God of Zijn Zoon Jezus Christus zijn. Deze eerbied uit zich in de eerste instantie in de schrijfwijze. Nu valt op dat in veel liederen iedere vorm van Gods aanduiding bewust met kleine letter wordt geschreven. Als dit nu een enkele keer zou voorkomen dan zou dat te verwijten zijn aan een schrijffout, echter als men deze hoeveelheid 'schrijffouten' gaat optellen dan blijkt dat dit er enkele honderden zijn. Blijbaar is dit dus bewust gebeurd en moet gesteld worden dat eerbied niet van toepassing is op de schrijfwijze.

Nu weet ik dat ook in moderne Nederlandse Bijbelvertalingen dit het geval is, echter ook daar kan men de vraag stellen of deze verwijdering van het Eerbiedskapitel puur op taalkundige gronden is gedaan, of dat dit in een gebrek aan eerbied is gedaan.

Analyseren we de inhoud van de liederen, dan merken we dat er bij veel liederen een mooie melodie aanwezig is, en dat mag, echter een mooie melodie zegt nog niets over de inhoud van het desbetreffende lied. Het is dan ook noodzaak voordat men een lied zingt, men eerst de inhoud beoordeeld. Hieronder een aantal citaten uit opwekkingesliederen:

  1. Het vuur van God;

    In veel liederen wordt gesproken over het vuur van God. Hieronder een aantal voorbeelden:

    • Opw. 592, God van vuur, was mij schoon en reinig mij
    • Opw. 586, Blaas uw vuur aan in ons hart dit zou in Psalm 96 en Jesaja 6:3 staan volgens het onderschrift, echter dit wordt niet genoemd. Wel staat er schrikt voor Zijn aangezicht, gij ganse aarde (Ps 96:9) omdat Hij vreselijk is boven alle goden. (vs 4)
    • Opw. 560, Mijn eerste liefde doet vuur oplaaien ..., dit zou gebaseerd zijn op Hoogl 6:3 en Opb 2:4 echter dit staat er niet, ook hier weer in een vrijzinnige inleg. In Hooglied wordt gesproken over de liefde tussen twee personen en in Openbaring wordt gesproken dat de christenen van Efeze de eerste liefde hebben verloren, God zal deze liefde niet aanwakkeren, maar geeft juist het bevel dat ze zich weer moeten bekeren (2:5).
    • Opw. 500, volmaakt in uw heiligheid eeuwig vlammend vuur In Hebreeen 12:28-29 staat dat God een verterend vuur is en dat we daarom met eerbied Hem moeten dienen.

  2. Opw. 599 En wat je nu ook doet Zijn liefde blijft bestaan, ... En nu is alles klaar wanneer jij komt. Dit alles is erg egocentrisch gericht, God zegt dat we ons moeten heiligen, dat is wat anders dan wat je nu ook doet.
  3. Opw. 593 ...werd geslacht als Mensenzoon

    Christus werd geslacht als het Lam als de Zoon van God en in die hoedanigheid nam Hij onze zonden op zich. een vergelijking met een mensenzoon geeft aan dat iedereen dit had kunnen doen, wat natuurlijk grote onzin is.

  4. Opw. 581 Ik wil heel dicht bij U zijn, als een kind bij de vader op schoot ... Til mij op, neem mij in uw armen, etc. Nergens in de Bijbel wordt een beeld gegeven dat we bij God op schoot zitten. Behalve dan misschien in de gelijkenis van Christus, waar de arme Lazarus zit in de schoot van Abraham. En al zou dit zo zijn waarom moeten wij dan opgetild worden? Bovendien is dit niet correct, immers in de Bijbel staat "dat God niet veraf is" (Handelingen 17) “De Here is nabij” (Flp. 4:5) Dat hebben wij niet te willen, daar hoeven we niet om te bidden, de Bijbel verklaart dat dit zo is, of je dat nu voortdurend in het gevoel

    ervaart of niet. De Vader, de Zoon en de Heilige Geest wonen zelfs in ons (Galaten 2:20; Johannes 14:17, etc). Kan de Here nog dichter bij zijn dat dat? Waar slaat dit “ik wil heel dicht bij U zijn” en dit verzoek om op schoot gezet en omhelst te worden dan op? Het bloed van Jezus heeft ons dichtbij gebracht (Efeze 2:13). Dit beeld zie ik wel terug komen in de mystieke literatuur, waar men één probeert te worden met de ervaring van de eenwording tussen de ziel en (af)god.

  5. Opw. 488 Heer, ik kom tot U, Neem mijn hart, verander mij. ... Dit is een zuiver voorbeeld van een mystiek lied. In het lied gaat het

    om het verkrijgen van een ontmoeting met God. Het gaat om het verkrijgen van een aanraking van God. Het gevolg is dat je God gaat schouwen en voelen, zoals beschreven staat in het lied. De Bijbel spreekt in Jesaja 40:31 ook over het opstijgen als met arendsvleugels. Daar gaat het echter niet om een aanraking van God, een ontmoeting met God die je doet zweven. Daar gaat het om geloof. Wie de Here verwachten (een uitdrukking van geloof, vertrouwen, rekenen op Gods beloften van bijstand en uitredding) die putten door het geloof nieuwe kracht en stijgen op. In lied 488 ontbreekt mijns insziens het geloof geheel. Daar is het "wie de Here verwachten" veranderd in "wie de Here voelen." Zie voor verdere informatie de studie van Ap Geelhoed.

  6. Samenzijn met God

    • Opw. 557 Als wij samen U aanbidden en vol eerbied voor U staan, daalt uw Geest in ons midden
    • Opw. 573 Heer, U bent welkom in ons midden
    • Opw. 576 U bent welkom in ons midden (Gebaseerd op Mat 1:23; Jes 9:5?)

    In de Bijbel staat waar 2 of 3 samen zijn in Mijn Naam, daar ben Ik aanwezig. Het is dus niet nodig om God uit te nodigen bij een samenkomst waar Hij al aanwezig is. Uiteindelijk niet wij zijn het middelpunt maar God

  7. Opw. 524 Als 's morgens de zon opgaat ... Het licht verdrijft wat donker is en wint de strjid van duisternis Ook dit is duidelijk weer een verwijzing naar mystieke religies en heeft niets van doen met de aangehaalde teksten.
  8. Opw. 538 Zijn ogen zijn een brandend vuur In Opb

    1:12-18 wordt totaal iets anders beschreven, Christus komt hier in al Zijn glorie, vandaar dat er in vers 17 staat: viel ik als dood aan Zijn voeten het vervolg van het lied maak Uzelf aan ons bekend is dus niet van toepassing want dat gebeurt nu juist

  9. Opw. 555 Op die rots bouwt de Heer zijn kerk gesuggereerd wordt dat wij dat zijn, echter in de Bijbel wordt dit alleen aan Petrus gezegd.


Tags: Humor, Muziek, Opwekkingsliederen
Gerelateerde onderwerpen: Muziek, Opwekkingsliederen

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel