‹ Paulus (1)Paulus (3) ›
Paulus (2)
Gepubliceerd op 04-09-2007

Dit is het tweede deel uit de reeks over Paulus door Marco Rotman:

Paulus de Jood

In de afgelopen vijftig jaar heeft zich binnen de nieuwtestamentische wetenschap nogal een verschuiving voorgedaan waar het de persoon van Paulus betreft.


In de eerste helft van de twintigste eeuw zag men Paulus vooral als een hellenistische Jood, een Jood die sterk vergriekst was in zijn denken en de manier waarop hij in het leven stond. Vooral Rudolph Bultmann, een van de grootste nieuwtestamentici uit de twintigste eeuw, heeft deze stelling met verve verkondigt. Volgens hem en zijn tijdgenoten van de godsdiensthistorische school was het Jodendom van de diaspora, waarin Paulus was opgegroeid, zozeer losgekomen van de echte Joodse oorsprong, dat er in feite een syncretistische godsdienst was ontstaan waarin het Jodendom vermengd was geraakt met populaire Griekse filosofie, een gnostische kijk op het leven en allerlei mysteriegodsdiensten. Paulus, zo zei Bultmann, was opgegroeid in dit hellenistische, Joods-syncretistische milieu en zag in dat als hij de boodschap van Jezus verder wilde brengen dan het kleine groepje Joden dat in Palestina woonachtig was, hij de evangelieboodschap moest vertalen in tijdloze Grieks-filosofische categorieën, vermengd met ideeën uit de gnostiek en mysteriegodsdiensten. Zo ontdeed Paulus Jezus van zijn Joodse wortels en hervormde hij het evangelie tot een boodschap die meer aansluiting vond bij mensen met een heidense achtergrond.


In sommige populaire benaderingen van Paulus kom je deze gedachten tegenwoordig nog wel tegen. De Engelse journalist A.N. Wilson heeft in 1997 een boekje geschreven over Paulus (titel: Paul, the Mind of an Apostle, ook in het Nederlands vertaald) waarin hij een soortgelijk beeld van Paulus schetst. Paulus vond die Joodse Jezus in feite maar achterhaald, en wist zijn volgelingen veel meer te raken met metaforen en symboliek, afkomstig uit de mysteriegodsdiensten.


Af en toe vind je een dergelijke benadering van Paulus ook nog wel in wetenschappelijke kring, al is deze duidelijk op z’n retour. En naar mijn idee is dat terecht. Sinds de tweede wereldoorlog is er steeds meer aandacht gekomen voor Paulus’ joodse achtergrond en hoe meer men zich in de parallellen tussen Paulus en het Jodendom verdiepte, hoe meer en overtuigender men wist aan te tonen dat Paulus veel beter gelezen kan worden tegen een Joodse achtergrond dan tegen een Grieks-hellenistische achtergrond. Zeker, Paulus was ‘apostel voor de heidenen’, en inderdaad: hij was goed op de hoogte van de Grieks-Romeinse manier van leven en denken, maar toch: in de allereerste plaats was hij een Jood en dat is hij zijn leven lang gebleven. Al aan het begin van de twintigste eeuw had Albert Schweitzer dit naar voren gebracht. Hij zag in Paulus een apocalyptische Jood, die elk moment Gods ingrijpen in het wereldgebeuren verwachtte. Maar nu, na de tweede wereldoorlog, begonnen dit soort gedachten pas gehoor te vinden, mede onder invloed van de schaamte over de holocaust. Enkele belangrijke namen zijn in dit verband W.D. Davies, Herman Ridderbos, Ernst Käsemann, E.P. Sanders en James Dunn.


Niet alleen heeft er een correctie plaatsgevonden van het beeld van Paulus zelf, maar ook over het Jodendom zijn we in de afgelopen vijftig jaar heel wat meer te weten gekomen. Zowel uit Joodse literatuur als uit archeologische vondsten is langzaam maar zeker duidelijk geworden dat de oude scheiding tussen palestijns Jodendom en diaspora Jodendom niet houdbaar is. Ook in de diaspora leefden vele wetsgetrouwe Joden. En ook in Palestina vind je veel Joden die zich in hun levensopvatting vergaand hebben laten beïnvloeden door hellenistisch gedachtengoed. De scheiding tussen Joden in de diaspora en Joden in het heilige land zelf, blijkt flinterdun te zijn. Hooguit onderscheidt de taal hen van elkaar: Joden in het heilige land hadden doorgaans Aramees als moedertaal, Joden in de diaspora groeiden vaker Griekstalig op.


Wat Paulus’ moedertaal was, weten we niet zo goed. Zijn brieven zijn in goed, maar zeker niet volmaakt, Grieks geschreven. Tegelijkertijd wordt op enkele plaatsen duidelijk dat hij goed Hebreeuws en Aramees las en soms gebruik maakt van Hebreeuwse woordspelingen. Bovendien, als Paulus gevangengenomen is, spreekt hij volgens de schrijver van Handelingen de verzamelde menigte in het Hebreeuws, of waarschijnlijker Aramees, toe. Cilicië grenst aan Syrië en Joden in Syrië spraken ook vaak Aramees. Bovendien geeft de vierde-eeuwse kerkvader Hiëronymus aan dat de ouders van Paulus afkomstig waren uit het plaatsje Gischala in Galilea, al is het volkomen onduidelijk wat de historische waarde van Hiëronymus’ uitspraak is. Maar goed, het is mogelijk, hoewel onbewijsbaar, dat Paulus in een Arameestalig gezin opgroeide, maar in de stad waar hij woonde al op jonge leeftijd met het Grieks in aanraking kwam, waardoor hij reeds als kind tweetalig was. Het mag duidelijk zijn dat dit geen onwaarschijnlijke gedachte is. Ook vandaag de dag komt tweetaligheid veel voor bij kinderen uit allochtone gezinnen.

Marco Rotman


Drs. Marco Rotman is nieuwtestamenticus. Hij is als auteur verbonden aan de Studiebijbel en is docent Nieuwe Testament aan de Evangelische Theologische Hogeschool in Ede.



Tags: Gastschrijvers, Paulus, Personen

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel