‹ De 10 geboden (3)Nebusarsechim ›
Vraagtekens rondom de oerknal
Gepubliceerd op 16-10-2007

De kosmologie probeert zonder tussenkomst van de Schepper een verklaring te vinden voor de wordingsgeschiedenis van het heelal. Het is bekend hoe het heelal er nu uitziet, maar hoe is dat zo gekomen? Op zich kan elk mens daarover onbegrensd over filosoferen, mits er geen uitgangspunten waren waaraan een dergelijk idee moet voldoen. En die uitgangspunten zijn er wel. Zo moet het voldoen aan de natuurkundewetten zoals wij deze hier op Aarde kennen. Niet bewezen is of deze natuurkundewetten geldig voor de Aarde, compleet zijn en in de uithoeken van de kosmos ook toepasbaar zijn. Ook moet het voldoen aan alle waarnemingen die met de grootste telescopen hier op aarde, en met b.v. de Hubble ruimtetelescoop gedaan worden. En dan nog zijn er tot de dag van vandaag naast de big bang-kosmologie andere ideeën t.a.v. de wordingsgeschiedenis van de kosmos. Deze zijn geheel in strijd met de big bang-kosmologie. Beiden gebruiken echter dezelfde waarnemingen voor hun eigen karretje. De big bang-kosmologie is echter sneller inzichtelijk te maken voor een leek en daardoor populairder en meer besproken. Denk aan b.v. de variabele massa-kosmologie (ontworpen door kosmoloog H. Arp en T. Van Flandern), die ervan uit gaat dat het heelal nooit begonnen is. Ook dit druist trouwens geheel in tegen elk gevoel voor een eenmalige Schepping.


De eerste sterren

In de kosmologische achtergrondstraling heeft de NASA satelliet WMAP (Wilkinson Microwave Anisotropy Probe) gepolariseerd licht gevonden, waaruit de conclusie wordt getrokken dat 200 miljoen jaar na de oerknal de eerste sterren ontstonden. Sceptici denken tot de dag van vandaag dat het gevonden gepolariseerde licht uit het zonnestelsel afkomstig is en niets te maken heeft met waarnemingen die te maken hebben met de oorsprong van het heelal zelf. Alleen door een aaneenschakeling van aannames komt de big bang-kosmologie tot een idee dat de genoemde polarisatie een verklaring is voor wat de big bang-kosmologie voorspelt. Kort maar krachtig: die sterren zijn niet gezien. Ze zijn op hypothetische wijze aangenomen als verklaring om de big bang-kosmologie overeind te houden. Om nog een schepje hier bovenop te doen gaat de big bang-kosmologie ervan uit dat de creatie vanuit wanorde van het begin, tot de huidige orde of structuur van nu, op basis van een kansspel plaats vond. Iets wat tegen de regels van de natuurwetten in gaat. Volgens de natuurwet van de entropie ontstaat structuur niet spontaan. De Bijbel zegt dat God als gezaghebbende over alle dingen alles creëerde. Hier is geen kansspel voor nodig.


Het meeste is donker

Het is niet eenvoudig voor een kosmoloog om de big bang kosmologie overeind te houden. Het aantal waarnemingen wijst erop dat de bewegingen van groepen sterren en groepen sterrenstelsels niet te begrijpen mijn met onderlinge zwaartekrachtswerking onderling. Er moet veel meer materie in het heelal zijn dan dat deel wat zichtbaar is. Op zich is dat geen probleem want waarom zou alles licht geven. Alleen licht kunnen wij hier op aarde waarnemen, maar het betekent wel dat we uit die 5% die we wel kunnen zien conclusies trekken over het hele heelal. Bovendien bleek in 2007 voor het eerst dat donkere materie niet altijd temidden van de lichtgevende materie in het heelal aanwezig is. Het is soms apart. De oorzaak hiervan is onbekend. Daar komt bij dat in 1998 ontdekt is dat het heelal versneld na de oerknal i.p.v. afremt als gevolg van onderlinge zwaartekrachtswerking. Kosmologen vinden dat zij hiermee donkere energie gevonden hebben. Je kunt dit niet zien, maar het heeft een afstotende werking. De natuurwetten voor donkere energie ontbreken. Het is onbekend wat het is. Het kan ook zo maar zijn dat het big-bang model geheel onjuist is i.p.v. dat er donkere energie gevonden is. Kosmologen tasten steeds meer in het duister.


Lang geleden was er een mistige gasbol

Anders is het trouwens met de kosmologische achtergrondstraling zelf. Het is zeer aannemelijk dat dit licht is dat uit de grenzeloze verste van de kosmos. Ook is zeker dat daar dit licht uitgezonden is door een mistige en dus ondoorzichtige gasbol. Kosmologen trekken deze conclusie, zonder uitzondering, uit de vorm van het spectrum van dit licht.


Onmetelijke afstanden: je kunt er niet omheen

Naarmate we minder ver het heelal in kijken wordt alles meer feitelijk. Dergelijke onzekerheden zijn verdwenen als we theorie en praktijk samenbrengen in ons eigen zonnestelsel. De afstand naar de zon en de maan zijn b.v. elk moment van de dag tot op de millimeter te bepalen. Zou ik mijn dochter de zon aanwijzen en zeggen: “Kijk daar staat de zon”, dan lieg ik. De zon stond daar 8 minuten geleden. Het duurt namelijk even voordat het licht deze 150 miljoen kilometer overbrugt en hier op aarde aankomt. Zo is het ook met de sterren. De afstanden naar de sterren is feitelijk aangetoond. Dit kan op diverse manieren gedaan worden, die allemaal hetzelfde resultaat opleveren. De dichtstbijzijnde ster, buiten onze eigen ster: ‘de Zon’, staat op 4 lichtjaar afstand. Je zou kunnen zeggen dat het sterlicht dat ik vanavond kan zien, in 1999 is uitgezonden. Veel andere sterren, waarvan de afstand extreem nauwkeurig te bepalen zijn, staan veel verder weg. Dit zijn afstanden tot om en nabij de 10.000 lichtjaar. Het licht is dus 8000 voor Chr. uitgezonden. Je ziet vanavond een ster waarvan het licht 10.000 jaar geleden is uitgezonden. Je ziet dus het verleden als je naar de sterren kijkt. Ook het heelal als zodanig moet dan minstens ook zo oud zijn. Het is Bijbels dat de schepping langer geleden is dan enige duizenden jaren geleden. Minder zeker wordt het als het gaat om sterren die nog veel verder weg staan. Praten we over miljoenen jaren, dan is de wetenschap wel zo ver dat hier zeker waarde aan gehecht kan worden, ook als zitten ze er mogelijk 50% naast. Bij dit alles gaan we ervan uit dat de natuurwetten overal in het heelal dezelfde is. Dat is aannemelijk maar niet bewezen. Ook ga je ervan uit dat God tijdens de schepping niet tegelijk het licht onderweg naar je oog geschapen heeft om de sterren ouder te laten lijken dan ze werkelijk zijn. Persoonlijk heb ik met dit laatste wat moeite mee. God maakt informatie (licht) onderweg waaruit wij door Hem gepland de verkeerde conclusies zullen trekken. God verzoekt ons wel, maar misleidt ons nooit.


De Bijbel leert dat de sterren extreem oud kunnen zijn

Uit het geslachtenregister van de Bijbel blijkt dat de mens vanaf de schepping van de eerste mens Adam ongeveer 6000 jaar op Aarde is. De sterren waren er dus al eerder. Pas op de vierde scheppingsdag wees God de vaste tijden aan omdat de ritmes van de Zon en de Maan op Aarde zichtbaar werden (Gen 1:14 – 19). Voor deze tijd geeft de Bijbel dus de ruimte dat een dag niet uitgelegd hoeft te worden als 24 uur. Na die tijd trouwens wel! De zon is een van ontelbaar vele sterren die God geschapen heeft. Sterren kunnen dus miljoenen of miljarden jaren uit zijn, mist deze ontstaan zijn voor de vierde scheppingsdag.


Conclusie

De big bang-kosmologie is de pilaar onder de moderne kosmologie maar vertoont steeds meer barsten. Komt het tot een scheuring dan zijn we terug bij af. De mens heeft meer hersencellen dan dat er sterren in onze eigen Melkweg staan. God heeft een aantal van deze mensen de wijsheid en gaven gegeven om deze moeilijke materie te onderzoeken. Wie zijn wij dan dat om hier tegenin te gaan. Anderzijds zouden we geheel ontspoord worden als we in die grote onmetelijke kosmos geen grote Veroorzaker / Creator / almachtig Schepper zien en op eigen houtje zonder deze extra dimensie de kosmos willen doorgronden. De grootste atheïst weet diep in zijn hart dat de kosmos niet zonder een oorzaak / scheppingsmoment kan. In dit alles weerklinkt een boodschap. God toont zijn kennis, wijsheid en almacht aan ons mensen, door iets te schapen wat wij per definitie niet en nooit kunnen doorgronden. Zonder een creërend God met een vooraf opgesteld plan, kan je niet doorgronden waar het universum, zoals dat er nu uit ziet, vandaan komt.

Drs. R.H.A. de Jong, Barneveld

Drs. R.H.A. de Jong (1962) heeft astronomie gestudeerd in Utrecht (1988 ). Hij is voorzitter van de landelijk opererende sterrenvereniging Astra Alteria; docent sterrenkunde aan diverse Volksuniversiteiten; redacteur van het sterrenkundig maandblad Astra Alteria blad.



Tags: Astronomie, Creationisme, Evolutie
Gerelateerde onderwerpen: Astronomie, Creationisme, Evolutie

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

TuinTuin