‹ De wijn die Noach dronkGranaat bij ons huis ›
Een koe als vrouw
Gepubliceerd op 21-10-2007

In het verleden heb ik al eens geschreven over de koehandel van Jakob en Laban, de titel was een woordspeling op de naam van Lea welke in het Hebreeuws ook “koe” betekent. Dat vrouwen de namen van dieren krijgen komt meer voor in de Bijbel, zo betekent de naam van Rachel (de zuster van Lea) “schaap” en één van de vrouwen van David had de naam Egla wat “kalf” betekende (2 Sam 3:5; 1 Kron 3:3).

Dit laatste bracht mij op het feit dat volken, personen en in het bijzonder vrouwen wel vaker met koeien of kalven worden vergeleken. Zo zien we dat de profeet Hosea (10:11) Israël vergelijkt met twee jonge en gewillige koeien en op een andere plek (4:16) met een onhandelbare koe (voor een soortgelijke vergelijking van Efraïm, zie Jer. 31:18). De profeet Amos (4:1) wordt specifieker als hij de vrouwen van Samaria vergelijkt met de koeien van Basan die hun mannen aanmoedigen tot het beroven van de armen en het vertrappen van de hulpbehoeftigen. Dat niet alleen Israël met een koe wordt vergeleken blijkt uit Jeremia waar de Chaldeeën geile grazige vaarzen zijn (50:11) en Egypte een mooie jonge koe is (46:20).

Ook bij Simson zien we een verwijzing als hij tot de Filistijnen zegt dat ze “met zijn vaars hebben geploegd” (Richt 14:18), waarmee hij zijn pasgetrouwde vrouw bedoelde. Het is dan ook niet onlogisch dat sommige joodse geleerden ervan uitgingen dat “vaars” een liefkoos naampje was voor een vrouw (net zoiets als in het Nederlands “duifje”). Said Rabh zegt dan ook dat Egla dezelfde is als Michal (The Babylonian Talmud, Tract. Sanhedrin, VIII.2 ) omdat David van haar hield, zoals een koe van haar pasgeboren kalfje hield.


Tags: Fauna, Lea, Personen
Gerelateerde onderwerpen: Lea

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen