‹ astrologie in speeltuinDead Sea Discoveries, volume 14, number 1 ›
De brandnetel
Gepubliceerd op 06-02-2008

De vorige keer heb ik aangegeven dat de Hebreeuwse plant charul de acanthus was, toch zijn er verschillende wetenschappers, zoals Lytton John Musselman en Michael Zohary die ervan uitgaan dat het niet de acanthus, maar de brandnetel (Urtica urens L.) is.


Zij gaan er vanuit dat de Hebreeuwse namen sirpad (Jes. 55: 13), seravim (Ezech. 2: 6) en charul (Zeph. 2:9) synoniemen zijn.. De stammen s-r-f en ch-a-r betekenen beiden “branden”, “vurig” en omdat volgens hen de brandnetel de enige plant is die bij aanraking de huid zo irriteert dat het brandwonden kan veroorzaken. Dit zien we ook terug in de wetenschappelijke benaming Urtica van het latijns urere = branden.


Daar de plant in heel Europa en het Middellandse Zee-gebied voorkomt, kan het inderdaad om deze plant gaan. De plant komt veel voor op braakliggende gebieden. De kleine brandnetel wordt hoogstens een halve meter hoog, terwijl de grote brandnetel een hoogte kan bereiken van 2 meter. Beide soorten bloeien van juli tot augustus (in warme streken tot zelfs november). De brandharen (die meestal schuin naar boven zijn gericht) van de plant zijn hol en bevatten een bijtend vocht, dat bij het afbreken van de haar de huid indringt. Een aardig verschijnsel is het plotseling openspringen van de meeldraadbloemen, waarbij de helmknoppen het stuifmeel in een wolkje omhoog schieten.

De jonge plant wordt gebruikt in de thee en soms als groente. De oudere vezels van de stengel werd vroeger neteldoek gemaakt. Bekend is het sprookje van de zeven prinsen die door een heks in zeven zwanen worden veranderd. Alleen ’s nacht worden ze weer even mens, hun zusje kan hun redden als ze voor ieder van hen een kledingstuk maakt van brandnetels. Uiteindelijk lukt het om op tijd klaar te zijn, maar als ze de laatste mantel op haar broer wil gooien is deze te kort en daarom blijft een arm een zwanevleugel. Ook tegenwoordig is er nog een bedrijf die van de plant kleding maakt.


Naast genoemd sprookje zijn er ook nog andere volksvertellingen. Omdat men vroeger dacht dat de brandnetel de bliksem aantrekt werd de plant ook wel Dunnernettel of Dondernetel genoemd. Een ander verhaal gaat als volgt: Toen God de wereld schiep, verdeelde Hij de zaden onder de engelen zodat deze ze over de aarde konden verspreiden. Aan de duivel gaf Hij de haver en de boekweit, maar de aardsengel St. Michael vond dit niet eerlijk verdeeld en zei tegen God, dat de mensen deze zaden nodig hadden. En zo kreeg hij de opdracht om de zaden terug te halen. Michael snelde achter de duivel aan, die steeds maar hardop de namen van de planten noemde, omdat hij bang was de namen te vergeten: "Haver, boekweit! Haver, boekweit!’. "Wat zit je daar te baselen?" riep Michael, "je bedoelt distels en netel". "Nee", zei de duivel, "hè, hoe was het nu ook weer?" en zo bracht de engel Michael de duivel zo van de wijs dat hij op het laatst zelf geloofde dat hij "distels en netels" gekregen had, en dat is de reden waarom de brandnetels ook wel duivelsplanten worden genoemd.


Tags: Brandnetel, Flora
Gerelateerde onderwerpen: Brandnetel

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

Hadderech