In het verleden is al eens aandacht besteed aan de
mosterdplant, echter deze keer wil ik trachten te achterhalen om wat voor variëteit van de mosterdplant het gaat. Daarbij is het belangrijk om de tekst goed te lezen, in bovengenoemde passage en de paralleltekst in Lukas 13: 18-19 is sprake van zaaien "
in de akker". Dat betekent dat het om een plant gaat die geschikt is voor de agrarische landbouw. In het Middellandse Zeegebied komen een tweetal soorten voor, nl. de witte of gele (
Brassica alba) en de zwarte mosterd (
Brassica nigra).
De witte mosterd groeide vroeger alleen in het wild. Het is dan ook onlogisch dat deze plant wordt bedoeld. Het zaad van zwarte mosterd daarentegen is zeer geliefd om de olie die het bevat en om die reden werd deze veel verbouwd. Ook is het zo dat deze plant zeer groot kan worden, zoals blijkt uit onderstaande foto en geschikt zodat
de vogels van de hemel komen nestelen in de takken. Dit in tegenstelling tot de witte mosterd, die slechts een hoogte van 1,5 tot maximaal 2 meter kan bereiken.