Na Elia's heldhaftig optreden tegen de Baäl priesters van Achab, vlucht hij naar het zuiden richting Ber-Séba, waar hij zijn dienstknecht achterliet. Zelf niet zeker van zijn leven trok nog verder de Negev woestijn in. Waarna hij op een gegeven moment uitgeput in slaap valt onder een רתם (rethem) bremstruik. Waar hij in een depressieve bui zegt “Het is genoeg; neem nu HEERE, mijn ziel, want ik ben niet beter dan mijn vaderen”. Vervolgens wordt hij wakker gemaakt door een engel, welke hem te drinken geeft en een koek heeft gebakken op kolen. Dit laatste is interessant, omdat van de Brem houtskool wordt gemaakt en dus een indirecte verwijzing is dat het hier inderdaad om de Brem (Retama raetem) gaat.
Ook in de passage "gloeiende houtskool van de brem" in Psalm 120:4 verwijst naar het feit dat het hout van de witte Brem uitstekend geschikt is voor het maken van houtskool. Deze houtskool was een belangrijk handelsartikel tussen de bedoeïenen en de Egyptenaren. Het hout brand zelfs zeer goed als het niet eerst tot houtskool is verwerkt.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!