‹ DromedarisLivius Nieuwsbrief (33) ›
Sodom
Gepubliceerd op 30-06-2008

Misschien wel het beruchtste verhaal uit de bijbel is de verwoesting van de steden Sodom en Gomorra. Het staat in hoofdstuk 19 van het eerste bijbelboek, Genesis. Het is berucht vanwege de veronderstelde homoseksualiteit van de inwoners van Sodom en de veroordeling daarvan die er eeuwenlang in is gelezen. Maar dat beide steden verwoest worden omdat de inwoners homo waren, stáát er eenvoudigweg niet. Zo lezen we op de website Frontaal Naakt, waarna er een zeer aanbevelenswaard artikel komt over het Hebreeuwse woord chalila.

De reden doet er ook niet toe zo gaat de schrijver Richard Kroes verder, maar is wel erg interessant. Want als de (hoofd)reden geen homofilie is, wat is het dan wel wat deze Sodomieten deden. In Genesis 13 lezen we voor het eerst iets over deze bewoners: Lot liet zijn blik rondgaan en zag hoe rijk aan water de hele Jordaanvallei was; voordat Sodom en Gomorra door de HEER werden verwoest, was de vallei tot aan Soar toe even waterrijk als de tuin van de HEER en als Egypte. Daarom koos Lot voor zichzelf de Jordaanvallei en trok in oostelijke richting. Zo gingen ze uiteen. Abram bleef in Kanaän wonen, maar Lot sloeg zijn tenten op bij de steden in de vallei. Zijn woongebied strekte zich uit tot aan Sodom; de mensen daar waren slecht, ze zondigden zwaar tegen de HEER. Een clue wordt hier niet gegeven, alleen dat ze zwaar zondigden, wat wel opvalt is dat ze in een vruchtbare omgeving woonden en gezien de locatie op een kruispunt van de handel. Een aanname dat ze ook nog eens rijk waren ligt dan zeer voor de hand. Dit blijkt bovendien uit het feit dat ze in staat waren om een leger uit te rusten (Gen. 14)

Voor het eerst komen we iets te weten bij de profeet Jesaja als die tegen Jeruzalem profeteerd Hun partijdigheid keert zich tegen hen, schaamteloos pronken ze met hun zonden, als Sodom. (Jes. 3: 9), nog meer lezen we bij Jeremia Bij Jeruzalems profeten zie ik gruwelijke dingen: overspel! leugen op leugen! Zij steunen de boosdoeners, zodat die niet breken met hun kwalijke praktijken. Iedereen is even slecht geworden als de inwoners van Sodom en Gomorra (Jer. 23:14). Blijkbaar waren een paar van hun zonden partijdigheid, liegen en overspel. In Ezechiël horen we de betekenis van het bekende gezegde "Zo moeder, zo dochter" (Ez. 16:44) en één van deze dochters blijkt Sodom te zijn, waarvan het volgende wordt gezegd: Terwijl zij zich toch, omdat ze genoeg te eten hadden en onbezorgd van hun rust konden genieten, hoogmoedig gedroegen en niets deden voor de armen en de machtelozen. Ze verhieven zich boven de anderen, wat ze deden vond Ik gruwelijk. Naast de reeds genoemde zonden worden er nu nog een aantal genoemd en deze waren het die de spreekwoordelijke druppel deden overlopen, want God besluit dan met Ik zag het en heb hen weggevaagd. (Ez. 16:49)


Tags: Uncategorized

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel