‹ Dronkenschap in de Bijbel (2) Gij zult niet doodslaan! ›
Roetsjen
Gepubliceerd op 28-07-2008

Iedereen heeft wel eens gehoord dat men van de trap af kan roetsjen. De vraag is waar komt dat woord vandaan. Kijken we in het Groot Woordenboek der Nederlandse Taal, dan stelt die dat het een onzekere etymologie heeft.

Opvallend is dat het naast de standaard betekenis van "glijden, zich glijdend bewegen" ook de betekenis geeft van "zich snel bewegen te voet, hard lopen" en dat is grappig want in het Hebreeuws bestaat ook een woord met dezelfde klank EN dezelfde betekenis: רוּץ "rennen". We komen onder andere dit woord tegen in Esther 3:13: De brieven nu werden gezonden door de hand der lopers tot al de landschappen des konings, dat men zou verdelgen, doden en verdoen al de Joden, van den jongetot den oude toe, de kleine kinderen en de vrouwen, op een dag, op den dertienden der twaalfde maand (deze is de maand Adar), en dat men hun buit zou roven.

Deze הרצים, lopers, ook wel aggaren genoemd, waren door het gehele Perzische rijk op bepaalde afstanden van elkaar gestationeerd en moesten eventuele koninklijke berichten aan elkaar doorgeven. Wanneer er bijzondere haast was, maakten zij gebruik van paarden, in koninklijke maneges gefokt (cf. Esther 8:10, 14)


Tags: Hebreeuws, Woordstudie
Gerelateerde onderwerpen: Hebreeuws

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs