Naäman, de bevelhebber van het Aramese leger, stond bij zijn koning in hoog aanzien en werd zeer door hem gewaardeerd, want de HEER had hem voor Aram een grote overwinning laten behalen.

In de Bijbel komen we Naäman tegen als de generaal van het Aramese (SV Syrische) leger, welke niet alleen door zijn koning, maar ook door zijn soldaten zeer werd gewaardeerd. Veelal wordt alleen over zijn melaatsheid en de genezing daarvan gesproken. Bij het lezen van Josefus kwam ik nog een andere interessante verwijzing tegen (Ant., VIII, xv, 5), namelijk dat hij de boogschutter was die koning Achab van Israël doodde (1 Koningen 22:34), een traditie die door de Rabbi's later werd overgenomen. Er zijn veel kritische vragen te stellen of deze Naäman de schutter was, echter de Syrische boogschutters waren zeer geducht. Met hun krachtige bogen waren zij in staat om hun pijlen op honderden meters afstand op hun vijanden af te schieten. Het was dan ook niet voor niets dat zij later werden ingelijfd bij de hulptroepen van de Romeinen. Tijdens een demonstratie op het Romeinenfestivalkon men zo'n Syrische boogschutter zien, deze persoon kon op 150 meter afstand een multiplex bord van 2 centimeter doorboren en nog frappanter binnen een halve meter nauwkeurig schieten. Het moge duidelijk zijn, dat tijdens een aanval als alle vijanden relatief dicht bij elkaar stonden, zoals bij het leger van koning Achab, het altijd raak was. Ook is het niet verwonderlijk dat de schubben van het pantser van de koning doorboord werd.