Gisteren hadden we het over de
Lelies van het veld, waarmee verschillende bloemen mee aangeduid worden. Een van deze bloemen is de Anemoon (
Anemone coronaria), een meerjarige plant uit de ranonkelfamilie (
Ranunculaceae) die 20 tot 40 cm hoog wordt. Op dit moment zijn de meesten uitgebloeid en geven dan schitterende pluimen, welke het zaad bevatten.
Rondom deze pluimen is nog een leuke anekdote te vertellen: een zekere Bachelier had in 1615 een collectie Anemonen aangelegd, die hij de eerste jaren voor zichzelf wenste voort te kweken, om daarna de zaden en de knollen tegen grof geld te verkopen. Echter zoals het altijd met zeldzame planten gaat, er waren slimme mensen die deze Anemonen voortijdig in handen kregen. Ze kwamen er namelijk achter dat het pluizige zaad van de plant gemakkelijk aan kleding vasthecht. En zo wisten ze deze mee te smokkelen en in hun eigen tuin verder te kweken.
Volgens een ander verhaal werden ze in de zestiende eeuw door de eerste hortulanus van de Hortus in Leiden, Carolus Clusius, meegebracht vanuit Wenen naar Nederland.