‹ RadiolariaAngaria wetgeving ›
Schepping en vertaling
Gepubliceerd op 07-02-2009

Er is in de loop van de tijd heel veel gepubliceerd over de eerste verzen van het bijbelboek Genesis. Het aantal commentaren dat deze passages bespreekt, is dan ook ontelbaar. Men treft daarin zeer uiteenlopende opvattingen aan, afhanke-ijk van de theologische vooronderstellingen, die men aanhangt.
Een belangrijke vraag is, hoe men de geschiedenis van de schepping, zoals deze beschreven staat in Genesis 1, in overeenstemming kan brengen met datgene wat binnen de natuurwetenschappen wordt geleerd. Wat is de relatie tussen de evolutietheorie en Genesis 1? Hierover is het laatste woord nog niet geschreven.

De komende dagen gaat de hebraïcus dr. P.A. Siebesma op deze blog in op enkele vragen rond de uitleg van Gen. 1:1-5. Deze vragen zijn zowel door theologen als door natuurwetenschappers al eerder gesteld. Hij zal ze echter met name belichten vanuit taalkundig oogpunt. Kan onze kennis van het Bijbels Hebreeuws, de taal waarin deze schriftgedeelten zijn geschreven, ons helpen bij het beoordelen van de verschillende uitleggingen die er van dit gedeelte bestaan?


1. Verschillende vertalingen van Gen. 1:1

We zijn zo gewend aan de vertaling van Gen. 1:1 "In den beginne schiep God de hemel en de aarde", dat we misschien niet beseffen, dat er ook andere vertalingen mogelijk zijn. Dat valt op, wanneer we bijvoorbeeld Engelstalige bijbelvertalingen raadplegen.
Zo vertaalt de Good News Bible (1976) het eerste vers van de Bijbel als volgt: "In the beginning, when God created the universe, the earth was formless and desolate" ("In het begin, toen God de hemel en de aarde schiep, was de aarde woest en ledig").
Een andere Amerikaanse vertaling, de gezaghebbende joodse vertaling van de Jewish Publication Society (1962), vertaalt het weer iets anders:
"When God began to create the heaven and the earth - the earth being unformed and void.... - God said ..." ("Toen God de hemel en de aarde begon te scheppen - de aarde nu was woest en ledig - zei God..").

Deze twee Amerikaanse vertalingen lijken erg op elkaar. Toch is er wel een duidelijk verschil. De Good News Bible vat vers 1 op als een bijzin bij vers 2, die de hoofdzin vormt. Daarentegen laat de joodse vertaling de hoofdzin bij vers 3 beginnen ("God zei"). Daarentegen vatten onze Statenvertaling en de Nieuwe Vertaling van het NBG (1951) vers 1 op als een hoofdzin.
Waarom vertalen deze Amerikaanse bijbeluitgaven Gen. 1:1 afwijkend en hebben zij hierin gelijk? Wat is de juiste vertaling?

In het Hebreeuws staat er letterlijk:
Bere'sjiet (in een begin) bara' (schiep) 'elohiem (God)
'et hasj-sa-majiem (de hemel) we'et ha'ar-ets (en de aarde)

Om met de joodse vertaling te beginnen, deze is gebaseerd op de uitleg van Gen. 1 van een bekende joodse bijbelverklaarder, Rasji.
De naam Rasji is de afkorting voor rabbi Solomon ben Isaac en hij was een van de bekendste middeleeuwse joodse commentatoren van de Bijbel en van de Talmoed. Hij leefde, zo neemt men aan, van 1040 tot 1105 in Troyes in Frankrijk. Zijn commentaren hebben niet alleen een grote in-vloed uitgeoefend op de joodse commentatoren na hem, maar ook op de christelijke (bijv. Luther).
Rasji poneert in zijn commentaar op Genesis, dat ook in het Nederlands is vertaald, dat het woord "in het begin" (bere'sjiet) in een bepaalde Hebreeuwse constructie staat, waardoor het verbonden moet worden met het woord dat erop volgt, "schiep". Hij komt dan tot de vertaling: "in het begin van het scheppen door God van hemel en aarde", d.w.z. "toen God begon te scheppen".
Als voornaamste argument voor deze vertaling poneert hij dat er letterlijk in het Hebreeuws niet staat "in het begin", maar "in een begin". Dat zou je niet verwachten, en daarom is er dan ook sprake van een bepaalde grammaticale vorm, die in het Hebreeuws "status constructus" wordt genoemd.
Daaronder verstaat men een bepaalde manier, waarop in het Hebreeuws twee woorden met elkaar verbonden kunnen worden. In het Nederlands zou men dan gebruik maken van het woordje "van", maar het Hebreeuws plakt als het ware twee woorden aan elkaar, bijv. ben-David: zoon (van) David.
Kenmerkend voor deze wijze van zeggen is dat het eerste deel nooit een bepaald lidwoord kan krijgen ("de" of "het", in het Hebreeuws ha). Toch mag men wel vertalen alsof het lidwoord er staat. Men kan in het Hebreeuws dus wel zeggen: ben-David en het vertalen, al naar gelang de context het ver-eist, met "de zoon van David" of "een zoon van David", maar men kan niet zeggen: ha (de) - ben-David. Dit is onmogelijk. Het ontbreken van het lidwoord "het" in "in een begin" wijst er, aldus Rasji op, dat het verbonden moet worden met "schiep". Bovendien, zo meent hij, in alle andere gevallen, waar in het Oude Testament het woord "begin" (in het Hebreeuws re'sjiet) voorkomt, staat het ook in de status constructus.

Heeft Rasji op dit punt gelijk? Naar mijn mening niet en wel om een aantal redenen.

1) De Masoreten, de joodse geleerden die in de achtste tot de tiende eeuw, de Hebreeuwse bijbel-tekst van klinkertekens hebben voorzien, vatten het niet zo op. In dat geval hadden ze andere klemtoontekens bij de tekst geplaatst.

2) Geen enkele oude vertaling vertaalt het op de wijze van Rasji, noch de Griekse vertaling: de Septuaginta, noch de Syrische vertaling: de Peshitta, noch de Aramese Targum Onkelos, noch de Latijnse Vulgata en noch de Armeense vertaling.
Het is opmerkelijk dat de Griekse tekst van Joh. 1:1 eveneens leest "in een begin". Deze is immers gebaseerd op Gen. 1:1.

3) De bewering van Rasji dat de vorm re'sjiet in het Oude Testament altijd in de status constructus voorkomt is niet juist. Van de 51 maal in het Oude Testament zijn er 5 plaatsen (Gen.- 1:1 niet meegerekend), waar dit woord niet in de status constructus staat (Lev. 2:12; Deut. 33:21; Jes. 46:10; Ps. 105:36 en Neh. 12:44).

4) Nu zou men hieruit de conclusie kunnen trekken dat onze vertalingen Gen.1:1 ook niet goed vertaald hebben. Immers geen enkele vertaling geeft het weer met: "In een begin schiep..."
Toch is het feit dat het woord re'sjiet in Gen. 1:1 geen lidwoord bezit, is op zich zelf niet vreemd. De bijwoordelijke uitdrukkingen, die aan dit woord verwant zijn en met een voorzetsel verbonden worden, komen maar zelden voor met een lid-woord. Maar ze moeten wel vertaald worden met een lidwoord, bijvoorbeeld mero'sj ("vanaf het begin"), Jes. 40:21; 41:4,26; 48:16; Pred. 3:11; Spr. 8:23, miqqedem ("van oudsher"), Jes. 45:21; 46:10, of me'olam ("oudtijds"), Gen. 6:4; Joz. 24:2; 1 Sam. 27:8.

Daarom hoeft men hier niet aan een zogenaamde status-constructus te denken en is de meest simpele vertaling mijns inziens ook de beste.

Om die reden is de vertaling van de Good News Bible evengoed af te wijzen. Het is niet duidelijk, waarom men juist voor deze vertaling heeft gekozen. Het valt niet aan te nemen dat zij ook beïnvloedt zijn door de joodse exegese. Zoals in het volgen-de deel aangetoond zal worden, kan vers 2 nooit een hoofdzin zijn. Mogelijk is deze vertaling ontstaan onder invloed van de restitutietheorie.
Zoals hieronder aangetoond zal worden, kan volgens de Hebre

euwse grammatica vers 2 nooit een hoofdzin zijn.

Wordt vervolgd...


Tags: Creationisme, Evolutie, Uncategorized
Gerelateerde onderwerpen: Creationisme, Evolutie

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken