In de Bijbel komen we op een tweetal plekken tegen dat iemand na zijn sterven wordt gebalsemd. Beide keren speelt dit zich af in Egypte. De eerste van wie het wordt verteld is Jakob die op latere leeftijd naar zijn zoon Jozef in Egypte trok en daar stierf (
Gen. 50:2-
3), de andere is Jozef zelf. De Egyptenaren waren dan ook zeer bedreven in het balsemen van lichamen, het was zelfs een apart vak. Het balsemen zelf duurde lange tijd (soms meer dan 40 dagen, cf.
Gen 50:3) en dat stonk enorm vandaar dat de ambachtslieden hun eigen dorpen hadden. Hieronder een tweetal foto's, de eerste van een kind welke gebalsemd is en de tweede een bijbehorende kist. Beiden kunt u bewonderen in het museum in Leiden.