De schrijver Adrian Verbree begreep dit verschil niet en gaat uit van de horzel als paardenvlieg welke niet steekt. Voor hem zijn deze passages dan ook onbegrijpelijk en hij haalt dan ook de
Zwitserse theoloog Köhler aan, die stelt dat de Hebreeuwse en Arabische woorden voor 'hoornaar' bijna gelijk aan elkaar zijn en daar het woord in het Arabisch ook "verslagenheid" kan betekenen, slaat God de Kanaänieten waarschijnlijk met verslagenheid in plaats van met een zwerm hoornaars of horzels.
Nu is dit een aardige theorie maar niet erg waarschijnlijk, de in Nederland voorkomende Hoornaar (Vespa crabro) mag dan nog weinig agressief zijn, zijn oriëntaalse familie (Vespa orientalis) is een stuk agressiever en alleen al bij het horen van het gezoem van de vleugels gaan paarden, koeien en anderen dieren al op de loop. Een geleerde als Edward Neufeld (Insects as Warfare Agents in the Ancient Near East, Orientalia 1980, pp. 30-57) suggereert dat bovengenoemde Bijbelse passages verwijzen naar het gebruik van wespen en hoornaars in de oorlogsvoering en haalt in zijn artikel verschillende andere historische voorbeelden aan. Wij zouden dit een eerste vorm van 'biologische oorlogsvoering' willen noemen.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!