‹ Livius Nieuwsbrief (53)Archeologische plaatsen ›
Hoe Psalmen bestuderen
Gepubliceerd op 10-02-2010

Als je een bepaald Bijbelboek wil bestuderen aan de hand van het Hebreeuws is het altijd fijn als je weet waar je op moet letten, vooral als het poëzie betreft. Prof. dr. P.A. Siebesma heeft een "handout" geschreven voor de Psalmen, vol met tips waar je op moet letten:

NAAM

De Hebreeuwse naam is "Tehilliem" (lett. "songs of praise", lofliederen), cf. Ps.145:1. (NB. het meest gebruikte woord voor psalm is "mizmor").

Onze benaming "Psalmen" komt uit de LXX (Psalmoi), cf. ook Psalterion; afgeleid van "psallo" "tokkelen" (cf. "zamar"), vandaar de naam voor het instrument, vandaar de naam voor het lied (cf. mizmor"), zie zo Luk. 20:42; Hand. 1:20.

In de Hebreeuwse Bijbel staan de Psalmen, als eerste van de Geschriften (Ketoewiem), waarom?: i.v.m. auteur!

In de Vulgaat (niet in de LXX) en in onze bijbelvert. staat Job als eerste, waarom? Ivm. tijd.

STRUCTUUR

Indeling in 5 boeken: 1-41 / 42-72 / 73-89 / 90-106 / 107-150. Waarom?

a)- weerspiegelt het patroon van de Tora, de vijf boeken van Mozes
b)- correspondeert met de wekelijkse synagogenlezing van de Tora (153 delen, 3 jaar).

Daarom achter ieder deel een doxologie: 41:14; 72:18vv.; 89:53; 106:48; en 150.

NB. 1) in LXX Ps. 151 (over David's strijd met Goliath),
2) LXX vat Ps. 9 en 10 als één psalm op, en verdeelt Ps. 147 in 146 en 147. Let dus op verschil in nummering: onze Ps. 23 is LXX Ps. 22

OPSCHRIFTEN EN TECHNISCHE TERMEN

a) Auteurs:

David (ledavid: 73 x,); Asaf (12x); zonen van Korach (11x); Salomo (2x); Jeduthun (4x); Heman, Ethan en Mozes (elk 1x)

NB: le = 1) van David (=gedicht door…); 2) op naam van; t.b.v. David (Ps. 20); 3) behorend tot… 4) over…. (Ps. 127)

b) Benamingen van psalmen: bv.

"mizmor" < 50 x, met muziekinstrumenten;
"sjier", lied, 30x, a capella;
"miktam" (kleinood) 6x (ps. 16,56-60), ??;
"tefilla" (gebed), bv. 17,86,90, 102,142;
"maskiel" (leerdicht), 13x (bv. Ps. 32,42,44);
"Sjier hamaaloth" ("Bedevaartslied"), Ps.120-136,
Verder veel onbekende termen, bv. Ps. 7: Siggaion ??

c) liturgische doeleinden en gebruik

Een aantal termen geven aan, waarvoor een psalm wordt gebruikt: "toda" (100x, danklied); bv. Ps. 38,70, lett. "hazkir" "voor het gedenkoffer", of "verzoek".

d) Technische uitdrukkingen:

Bv. Voor de koorleider (55x) of Sela (70x) (pauze?). Deze en andere termen zijn niet duidelijk.

e) Historische noties

Zie: Ps. 3,7,18,34,51-52, 54,56-57,59-60,63,142

STRUCTUUR VAN POEZIE

Wat is het kenmerk van Hebreeuwse poëzie?

- parallelismus membrorum: bv.

herhalend (synoniem) parallellisme (Ps. 24:1-6; 51:3-5, etc.)
tegenstellend (antithetisch) parallellisme (Ps. 37:9,16,17; 1:6)
aanvullend (synthetisch) parallellisme (Ps. 51:16,17; Ps. 23)

- geen rijm! (Cf. Gen. 4:23; Ri. 16:24, waarom hier wel?)

- Acrostichon: Ps. 9,10; 25; 34; 37 en 119

Nb. er komt wel veelvuldig alliteratie voor, alsook chiasme

GENRE

Zie Dillard en Longman, p. 271-278: loflied; klaaglied; danklied; psalm van vertrouwen; herinneringspsalm; wijsheidspsalm; koningspsalm.

Hoe een psalmanalyse te maken

Format voor de psalmanalyse

Maak daarbij gebruik van de volgende vragen. (aan de hand van Psalm 121)

1.Wie heeft de psalm geschreven? Wanneer?
2.Wat is de culturele context en achtergrond van de psalm? Waarom gedicht?
3.Wie spreekt er? Let op “ik”, “hij”, “zij”, etc.
4.Verdeel de psalm in strofen.

Nb. De indeling van de NBV is niet (altijd) maatgevend.
Bijv. Psalm 121 kun je op verschillende wijzen indelen a.h.v. de interpretatie:

Is het een dialoog of een monoloog?

Mogelijkheid 1) 1-2; 3-4; 5-6; 7-8 Pro: 4 lichaamsdelen: in elk deel een!

Mogelijkheid 2) 1-2; 3-5; 6-8 Pro: in strofe 1: hulp en in strofe 2: 3x bewaken als zelfst.nw. en in strofe 3 3x bewaken werkwoord. 5x jouw in de 2e strofe en 5x jou in de derde strofe. Strofe 2: neg. – neg. – pos. In strofe 3 neg. – pos. – pos.

5. Wat zijn de kernwoorden van deze psalm?

In Psalm 121: begin en eind: komen / van Verder: bewaken; hulp

6. Welke vormen van parallellisme worden gebruikt. Let op het chiasme.

7. Let op de variaties in het parallellisme: getal, sekse, abstractie; cijfers; letters; etc.

8. Hoe beginnen de strofen?

9. Welke stijlfiguren worden gebruikt?

Vergelijkingen: simile; metafoor; allegorie, personificatie; woordspelingen; ironie, hyperbool; oxymoron; rhetorische vraag, etc. Let ook op: pars pro toto; totum pro parte; merisme; hendyadys.

Nb. Dit staat niet los van de inhoud en de exegese. Bijv. Psalm 121:6

1)Maansteek: epilepsie (Matth. 4:24; 17:15) als contrast van de zonnesteek (2 Kon. 4:18-20; Jona 4:8)

2)Koude versus hitte

3)Demonisch?

10. Kijk in de commentaren. Vooral behulpzaam is: World Biblical Commentary; nb. Niet alle commentarenreeksen zijn volledig. Kijk niet meteen in een commentaar, maar zoek eerst het zelf uit. Het is cool als je meer hebt ontdekt dan het commentaar!



Tags: Bijbelstudie, Psalmen
Gerelateerde onderwerpen: Bijbelstudie

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs