1) Parallellisme (synoniem, antithetisch en geen (=aanvullend/synthetisch)
Volledig of onvolledig
Met variatie van: getal/ abstractie/ sexe
Let ook op: getrapt parallellisme (Ps. 29:1,2a) = steeds herhaald
Sorite als een klein stukje herhaald wordt (Jo. 1:3,4)
2) Vergelijkingen
Let op: waar is het beeld precies? Waar slaat het beeld op in werkelijkheid? Wat is het punt van overeenkomst? Welke emotie brengt dat met zich mee?
Simile – vergelijking tussen twee zaken met een punt van overeenkomst (Jer. 46:22; Jes. 1:8).
Metafoor – beeldspraak waarbij punt van overeenkomst en vergelijkingsvoorzetsel wordt weggelaten (Ps. 91:3).
Allegorie – vergelijking met meer punten van overeenkomst (Ps. 1)
Personificatie – Jes. 5:14, Ps. 96:12
3) Overige stijlfiguren
Ironie- het omgekeerde zeggen dat je wilt: Amos 4: 4-5
Oxymoron – ironische uitdrukking bestaande uit twee woorden: Jer. 22:19: een begrafenis van een ezel
Hyperbool – overdrijving om schokeffect op te roepen: Ps. 5:10; Jes. 5:1
Litotes – omgekeerde wat je wilt zeggen om bescheiden over te komen, 1 Sam. 2:24:
Retorische vraag: Job 40:20-26
Pars pro tote- een deel noemen in plaats van het geheel: poort in plaats van stad.
Totum pro parte – geheel noemen in plaats van deel: stammen ipv stamoudsten (2 Sam. 5:1).
Merisme –twee uitersten om een geheel weer te geven: van Dan tot Bersheba, kleinen en groten, hemel en aarde zie Joel 2:28,29
Hendiadys – een idee geformuleerd in twee begrippen plus ‘en’ Joel 3:4: de grote en verschrikkelijke dag = de grote en verschrikkelijke dag
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!