Want hij zal zijn als de heide in de wildernis, die het niet gevoelt, wanneer het goede komt; maar blijft [in] dorre plaatsen in de woestijn, [in] zout en onbewoond land.
Met "de heide", in de Naardense vertaling en WV95 "kale struik" en in de NBV gewoon "struik" wordt zeer waarschijnlijk de Sodomsappel (Calotropis procera) bedoelt. En inderdaad zoals de beschrijving al weergeeft komt de plant voor in de buurt van de Dode Zee een dor gebied welke bovendien nog eens erg zout is.
Het is een gespreid groeiende, altijd groene overblijvende struik of kleine boom met zacht hout. De plant kan 4 meter hoog worden op zijn natuurlijke groeiplaatsen. Meestal blijft ze echter kleiner en wordt ongeveer twee meter hoog. De plant scheidt een giftig melkachtig sap uit bijv. als er een tak wordt afgebroken. De jonge stammen zijn glad en licht grijsachtig groen van kleur. De volwassen stammen hebben een kurkachtige beige schors. De grijsgroene bladeren staan in tegenovergestelde paren aan de takken. De bladeren zijn groot: 10-20 cm lang en 4-10 cm breed. Ze hebben een korte punt en een hartvormige basis. De bloemen groeien in groepen tussen de bovenste bladeren van de takken.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!