‹ Kerken: West-TerschellingWebterreur ›
Eenhoorn of wilde stier
Gepubliceerd op 14-09-2010

Zal de eenhoorn u willen dienen? Zal hij vernachten aan uw kribbe? Zult gij den eenhoorn met zijn touw aan de voren binden? Zal hij de laagten achter u eggen?

Job 39:12-13

Als we in de verschillende moderne vertalingen kijken dan zien we dat de eenhoorn is vervangen door de "wilde stier" of de "wilde os". Ga je op zoek dan blijkt dat sommigen in deze vervanging niets meer zien dan blinde gissingen en speculaties. De vraag is of dit zo is, lezen we de Bijbel dan zien we over het algemeen allemaal bestaande dieren. Een mythologisch dier als de eenhoorn komt vreemd over als aan Job wordt gevraagd of  deze dit dier kan temmen. Het moet dus om een bestaan dier gaan.

Het Hebreeuwse woord rêm dat wordt gebruikt is in de LXX overgezet als "monoceros" lett. "eenhoorn" en vandaar overgenomen in de oudere vertalingen. Uit de commentaren blijkt dan dat men dacht aan een neushoorn. Kijken we naar andere passages zoals Deut. 33:17 en Ps. 22:22 dan blijkt dat het dier niet 1 hoorn heeft maar meerdere. Hoewel sommige neushoorns meerdere hoorns hebben, is vanwege deze beschrijving dit dier onwaarschijnlijk.

Nu blijkt dat in het Akkadisch het woord remu de betekenis heeft van "wilde stier".  Op Mesopotamische reliëfs die men heeft gevonden is te zien dat koning Assurnasirpal jacht maakte op een soort stieren die ze rimu noemden. Ook op de Ishtar-poort zien we zo'n soort dier wordt afgebeeld. In Ugaritische teksten (1400 v.C.) maakt melding van de jacht op deze dieren en van farao Thutmoses III (15de eeuw v.C.) wordt vermeld dat hij 75 stieren doodde tijdens de jacht.

Op basis van deze gegevens is het zeer waarschijnlijk dat met het Hebreeuwse rêm een wilde os of een wilde stier wordt bedoeld.

Wilde stier, Ishtar poort, Babylon


Tags: Deuteronomium, Fauna, Job, Psalmen

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel