‹ Kerst in het geding (5) – Tussen traditie en SchriftWebsite: storing ›
Uitschot
Gepubliceerd op 25-12-2010

Je kent ze wel die mensen die buiten de reguliere orde vallen, het soort mensen die je zelfs overdag niet wil tegenkomen. Het uitschot van de samenleving dat nergens bang voor is, altijd met wapens op zak loopt en waartegen zelfs de politie niet of nauwelijks tegen durft op te treden. Van die rauwdouwers met grote tatoeages op hun armen en met die half versleten imponerende kleding.

Altijd zijn er dit soort mensen geweest, in Israël werden ze herders genoemd. De society ging met een grote boog om hen heen als het even kon. Ze trokken met hun kudden rond en als er een leeuw, panter of beer hun weg kruiste dan gingen ze er meteen op af om zo'n beest een kopje kleiner te maken. En wee de gebeente als iemand het in het hoofd haalde om één van hun schapen of geiten te stelen, dan stuurden ze hun honden (waar onze dobermanns lieve schoothondjes bij zijn) op die persoon af.

In de buurt van Bethlehem waren verschillende van deze herders die een deal hadden gemaakt met de tempel te Jeruzalem, voor de levering van schapen die daar geofferd werden. Als het weer goed was, bleven ze met hun kudden buiten en het geval wil dat op één zo'n nacht deze herders die voor niets en niemand bang waren iets zagen waardoor ze ontzettend bang werden, hun honden kropen met de staart tussen hun poten weg. In die donkere nacht werd de hemel plotseling fel verlicht en stond er een ontzagwekkende engel bij hen (Luk. 2:6). Bijgelovig als ze waren, zullen ze stellig gedacht hebben dat dit het einde was.

En dan begint die engel hen gerust te stellen: Wees niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die voor heel het volk wezen zal, namelijk dat heden voor u in de stad van David de Zaligmaker geboren is; Hij is Christus, de Heere. En dit zal voor u het teken zijn: u zult het Kindje vinden in doeken gewikkeld en liggend in de kribbe (2:10-12). Na deze gebeurtenis, nog diep onder de indruk van de engelen die ze daarna zagen, gingen ze direct op pad om te kijken naar deze baby. Het werd hun duidelijk dat hun lucratieve business, het leveren van offerschapen, ten einde was. De Messias, de lang Verwachtte, was gekomen en zou later als het ultieme offer de mensheid redden.

Ze gingen daarna terug naar hun kudden en begonnen God te loven en te prijzen (vs. 20), het uitschot dat wij het liefst buiten de kerkdeuren houden.


Tags: Boerenleven, De oude doos, Kerst
Gerelateerde onderwerpen: Kerst

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken