‹ Sodom een netelige plekChristenvervolging ›
Zongebruind
Gepubliceerd op 23-03-2011

Donker [van huid] ben ik, maar bekoorlijk,

dochters van Jeruzalem,

als de tenten van Kedar,

als de tentkleden van Salomo.

Hooglied 1:5 (HSV)

Tegenwoordig is het in om zo bruin mogelijk te zijn, bij de eerste zonneschijn trekken we naar buiten om even bij te kleuren. Dat deze trend niet altijd bestond blijkt uit bovengenoemde vers waar de bruid zichzelf beschrijft als een donker iemand, iets later verteld ze dat dit komt omdat ze buiten moest werken in de wijngaarden. En dat was ook de reden, hardwerkende mensen waren continue buiten en hadden weinig tijd voor hun uiterlijk, in tegenstelling tot de regerende klasse die vanuit hun koele woningen het land regeerden en daardoor veel witter waren.

Interessant is dat ze zichzelf hier vergelijkt met de tenten van Kedar. Kedar was de zoon van Ismaël en zijn afstammelingen waren een bedoeïenenstam die in het zuiden van Israël in de Negev woonde (cf. Ps 120:5). Net als de weinige bedoeïenen van tegenwoordig woonden ze in zwarte tenten die scherp afsteken tegen de rood-gele omgeving van de woestijn. Zij het dat ze toen van geitenwol waren gemaakt en tegenwoordig van een soort bouwplastic.


Tags: Hooglied, Kedar, Uncategorized
Gerelateerde onderwerpen: Kedar

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

TuinTuin