‹ Het zingen van liederenEr zijn weer amandelen ›
De haat-liefde verhouding tussen Christenen en Joden
Gepubliceerd op 12-09-2011

In de Jerusalem Post zag ik twee opinie-artikelen staan over hoe Joden (moeten) denken over de christenen, nl Choose your friends wisely en  What Jews should know about Christians. Beide artikelen zijn belangrijk omdat ze proberen vanuit een Joodse/Israëlische visie een antwoord te geven op de verhouding van Joden/Israël en de christenen.

Natuurlijk zijn de artikelen gebaseerd op de uitingen van Glenn Beck en Pat Robertson en in mindere mate op hedendaagse personen die vanuit de Joodse visie geassocieerd worden met het christendom zoals Anders Breivik en Geert Wilders. We moeten dan ook voorzichtig zijn wat we bedoelen met deze haat-liefde verhouding tussen christenen en Joden, want enerzijds zijn er tegenwoordig veel pro-Israël mensen die absoluut geen christen zijn, terwijl anderzijds er ook Israëliërs zijn die volkomen seculier (niet gelovig) zijn. Daarnaast als we deze artikelen lezen, dan merken we de gerechtvaardigde angst gebaseerd op het feit dat de afgelopen 2000 jaar mensen namens het christendom de Joden hebben vervolgd. Ook moeten we beseffen dat in veel kerken decennia, zoniet eeuwen lang, het dogma is geleerd dat de christenen het nieuwe verbondsvolk van God is geworden door Christus en dat de Joden hebben afgedaan. Tot slot moeten we bedenken dat door de heroprichting van de staat Israël de verhouding van Christenen ten opzichte van de Joden enorm is gepolitiseerd.

Door al deze zaken is de relatie tussen christenen en Joden, hoe warm die ook soms mag lijken, enorm broos. De vraag die ik me dan ook stelde na het lezen van deze twee artikelen is hoe onze houding als christenen naar de Joden moet zijn. Want met veel bombarie naar de Joden en Israël toegaan, daarbij het verleden vergetend, zal meer kapot maken in onze relatie dan helen. We moeten dan ook als eerste kijken naar onze wortels en als het goed is, zijn deze wortels gebaseerd op het Woord van God, de Bijbel, welke bestaat uit een Nieuw en een Oud Testament. In het Oude Testament lezen we hoe God een verbond sluit met Abraham, Izak en Jakob en dat uit hun de Joden voortkomen met wie God later ten tijde van Mozes nogmaals een eeuwig verbond sluit. Dit is iets wat we niet kunnen negeren. Gaan we in het Nieuwe Testament lezen, dan valt al in de Evangeliën op dat Christus zich in eerste instantie richt op de Joden en daarna op de rest van de wereld. Iets verder in Handelingen zien we dat de eerste volgelingen van Christus nog gewoon samenkomen in de tempel (Hand. 2:46), pas bij Paulus zien we dat ook niet-Joden actief worden benaderd met het christelijke geloof, waarbij opvalt dat tijdens deze reizen in eerste instantie steeds in de lokale synagogen wordt gepreekt. In de brief van de Romeinen (11:17-24) lezen we dat wij heidenen geënt zijn op het Jodendom en in de Efeze-brief lezen we dat de heidenen delen door Christus Jezus ook in de erfenis, maken deel uit van hetzelfde lichaam en hebben ook deel aan de belofte, op grond van het evangelie (Ef. 3:6).

Hieruit blijkt duidelijk dat wij christenen mogen delen in de erfenis en niet dat wij die volledig hebben overgenomen. Ook moeten we concluderen dat op grond hiervan nergens wordt gesproken dat een ander vermeend volk de plek van de Joden heeft ingenomen, nergens in de Bijbel lezen we een verwijzing dat Christus een Palestijn was, nergens lezen we dat het verbond niet met de Joden maar met de Palestijnen is gesloten. De laatste tijd heb ik verschillende predikanten dit horen zeggen, maar is niet Bijbels dus ketters, het is een bewuste misleiding van wat in de Bijbel staat. In de Bijbel staat wel dat we mogen delen in dezelfde erfenis, door Christus, en dat betekent dat we vanuit deze visie geïnteresseerd mogen zijn in de Joden en voor hun belangen mogen opkomen. In Handelingen (4:32-37) lezen we dat de leviet Joses een stuk land verkoopt zodat met de opbrengst niemand onder de christenen gebrek zou lijden. Nu wil ik niet meteen zeggen dat we allemaal ons huis moeten verkopen en het geld aan de Joden moeten geven, maar deze instelling om om te zien naar de ander geld zeker ook voor de Joden en hun staat Israël. We mogen hun steunen op die gebieden waar ze gebrek aan hebben, we mogen ze ondersteunen door ze onze vriendschap aan te bieden. En misschien hebben de Joden zoveel vertrouwen dat ze deze vriendschap willen aannemen.

Tot slot, natuurlijk is er ook een eigenbelang in deze vriendschap in onze relatie met de Joden en de staat Israël, in de Bijbel lezen we namelijk Bid om vrede voor Jeruzalem, dat het goed mag gaan met hen die u liefhebben (Psalm 122: 6).


Tags: Christendom, Jodendom
Gerelateerde onderwerpen: Christendom, Jodendom

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken