‹ Als een duif in de rotskloof...De leugenfabriek van DePers ›
Humor in de Bijbel
Gepubliceerd op 22-11-2011

Vandaag had ik een gesprek met iemand en we kwamen op een gegeven moment op de vraag of er humor in de Bijbel is.

Als eerste komt het woord humor, eutrape'lia ("scherts, grap, humor, geestigheid") maar één keer voor in de Bijbel en wel in Ef 5:4 waar het afhankelijk van de vertaling wordt vertaald met dubbelzinnige (NBV, WV95, GNB96), lichtzinnige taal (HSV), gekkernij (SV) zotte of losse taal (NBG51) en wel in de negatieve betekenis dat we het niet zomaar moeten gebruiken.

Als we uitgaan van de volgende definitie "Humor is het vermogen om iets wat grappig, amusant of geestig is aan te voelen, te waarderen of tot uitdrukking te brengen" dan zijn er zeker een aantal voorbeelden te noemen. Zo zijn er vele passages in Spreuken waar de spot wordt gedreven met de luiaard die zo moe is dat hij niet de puf heeft om zijn hand uit zijn bord te halen (19:24; 26:15), of de luiaard die zo bang is dat er een woeste leeuw midden in de stad is dat hij het huis niet uit durft (26:13). En ondanks dat Paulus waarschuwt dat we niet zomaar humor mogen gebruiken heeft in zijn eigen brieven toch regelmatig dubbelzinnige opmerkingen waar je om moet lachten, zoals "Wat ik doe, doorzie ik niet, want ik doe niet wat ik wil, ik doe juist wat ik haat" (Rom. 7:15).

Of wat moeten we denken van Simson die de Filistijnen touwen laat maken en ze zo aan het werk zet dat ze wel 20 kilometer moeten lopen om erachter te komen dat ze gefopt zijn (Richt. 16:4-9). Ook een aardige is als Elia de Baal-priesters vraagt of hun god slaapt of in gepeins is (1 Kon. 18:27). Zo zijn nog vele andere voorbeelden te noemen, in ieder geval kunnen we niet zeggen dat de Bijbel saai is.


Tags: Humor

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

Hadderech