‹ Op de wagen van AmminadabDé klad in de klassieken – Jona Lendering ›
De hovenier in De Klad in de Klassieken
Gepubliceerd op 19-01-2012

Binnenkort verschijnt het zeer interessante boek De klad in de klassieken, door Jona Lendering. Ik verkeerde in de gelukkige omstandigheid om een kleine bijdrage te leveren, waarvan hieronder een gedeelte uit de perikoop "De hovenier". Wie het geheel wil lezen, kan ik alleen maar aanraden om het boek te kopen.

Kasteeleigenaren, monniken en Romeinen deelden een liefde voor tuinieren en hadden een redelijke kennis van de flora. Dit in tegenstelling tot tegenwoordig, nu menige tuin elk jaar opnieuw wordt aangelegd. Gelukkig zijn er horti, pinetums en andere gespecialiseerde tuinen waar men probeert kennis te bewaren. Weliswaar gaat het vooral om de biologische kennis, maar er is een trend om ook de geneeskrachtige kant weer te onderzoeken. Daarnaast zijn er steeds meer mensen die een stap verder gaan en proberen een tuin aan te leggen zoals ook de Romeinen, Grieken en andere volken uit de Oudheid deden. Deze moderne liefhebbers hebben antieke boeken over het onderwerp bestudeerd en onderzoeken hoe ze exotische planten in ons klimaat kunnen laten overleven. Vaak kunnen ze de vruchten van hun arbeid letterlijk plukken en drinken ze tijdens de gezellige wintermaanden de wijn gemaakt van druiven uit eigen tuin, met daarbij als hapje Perzische baklava, gemaakt van citroenvlees en de noten van de amandelboom. Of ze maken pizza’s van de groenten en kruiden die ook de Romeinen gebruikten bij de bereiding van hun eten.

Dankzij de opgedane kennis begrijpen we tegenwoordig waarom en hoe men vroeger tuinen aanlegde. Zo boden de wijnranken in de peristylia (tuinen dichtbij het huis) niet alleen schaduw in de hete zomerzon, maar ook het voordeel dat men vruchten makkelijk kon plukken. Ook vijgenbomen, waarover men vaak leest dat mensen eronder zaten, werden om deze reden dichtbij de huizen geplant. Daarom stonden er ook weinig bloemen in de tuin: ze waren weliswaar aantrekkelijk om te zien, maar hadden niet voldoende nut om er op loopafstand ruimte aan op te offeren.

Niet alleen begrijpen we nu iets meer van de wijze waarop men in de Oudheid tuinierde, ook problematische passages uit antieke teksten worden begrijpelijk. Zo lezen we in het Bijbelboek Deuteronomium: ‘Olijfbomen zult u hebben in heel uw grondgebied, maar u zult u niet met olie zalven, want uw olijfboom zal afvallen.’ De eerste helft is wel duidelijk, want in elke tuin stonden olijfbomen, maar de vervloeking dat de ‘olijfboom zal afvallen’ is op het eerste gezicht totaal onbegrijpelijk. Veel vertalers denken dat het om de vruchten zou gaan, maar iedereen die deze boom uit ervaring kent, weet dat olijven pas afvallen als ze helemaal rijp zijn. Dan is er echter geen probleem en kan men ze gewoon opeten, terwijl de tekst toch suggereert dat het gaat om een vloek. Nu blijkt dat als de olijfboom bloeit, de heerlijk ruikende witte bloesem al bij de eerste harde windvlaag of regenbui afvalt. Als dit gebeurt, zullen zich geen vruchten ontwikkelen, waardoor de eigenaren al maanden van tevoren kunnen weten dat de oogst zal mislukken. Alleen dankzij praktische kennis van tuinieren en kennis van de Hebreeuwse taal is het mogelijk deze passage te begrijpen.

Meer informatie en of bestellen zie Athenaeum


Tags: Flora, Recensie, Uncategorized

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen