‹ Goed in Gods ogen? (2)Een zegel op je hart ›
De geur van liefdesappels
Gepubliceerd op 25-01-2012

De liefdesappels geven hun geur

en aan onze deuren hangen allerlei kostelijke vruchten,

verse en ook oude.

Mijn Liefste, die heb ik voor U bewaard!

Hooglied 7:13 (HSV)

In Hooglied wordt ook de Alruin (Mandragora Officinarum L., Mandragora autumnalis L.) genoemd en in de meeste weergegeven als "liefdesappels". Uit dit vers blijkt zonder meer dat de dudaïm, zoals de Hebreeuwse naam is en zoiets als "de liefhebbenden" betekent, een seksuele context heeft. Nu werd deze plant vaker als lustopwekkend beschouwd en een andere passage in de Bijbel waar de plant wordt genoemd, is de ruzie tussen Rachel en Lea, waarbij Rachel smeekt of ze de dudaïm, die Lea's zoon Ruben gevonden had, mocht hebben. Waarop Lea terug bitst: "Was het niet genoeg dat je mijn man hebt afgenomen? Nu wil je zeker ook de liefdesappels van mijn zoon ook nog stelen?", waarop Rachel droevig antwoord "Nu zal hij vannacht met jou slapen, vanwege die liefdesappels" (Gen. 30:14-15).

Het probleem is dat hier wordt gesproken over de geur van deze plant, terwijl deze plant nauwelijks ruikt. Om die reden hebben verschillende commentatoren gedacht dat het hier om een andere plant moet gaan. Maar zoals gewoonlijk is enige achtergrondkennis belangrijk want hierbij wordt voorbijgegaan aan het feit dat als de vruchten rijp zijn geworden, ze wel degelijk een aangename ruik verspreiden.


Tags: Alruin, Flora, Hooglied
Gerelateerde onderwerpen: Alruin

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs