‹ De onvruchtbare vijgenboomJeremia's amandeltak ›
Nardus
Gepubliceerd op 07-04-2014

Zolang de Koning aan Zijn ronde tafel zit, verspreidt mijn nardus zijn geur.

Hooglied 1:12

De eerste plant die bij name wordt genoemd in Hooglied is het narduskruid in de vorm van een parfumerie. Het meisje is aan het woord en mag in het paleis bij de koning aanwezig zijn en omdat ze geparfumeerd is met nardusolie verspreid deze geur de ruimte.

Nardus is een olie welke gemaakt wordt uit de wortels en stengels van het narduskruid (Nardostachys grandiflora). De plant behoort net als de rode valeriaan tot de familie Valerianaceae en wordt om de gelijkenis met de rode valeriaan (Centranthus ruber) ook wel “valse valeriaan” genoemd. Van oorsprong komt de plant uit het Himalaya-gebied en werd sinds heugenis al gebruikt. Het was een zeer gewild en kostbaar parfum die alleen voor priesters, koningen en andere rijken bestemd was. In het antieke Egypte is het terug gevonden als grafgift van farao Tut-ank-Amon. De Feniciërs brachten het verder in de handel en later genoot de plant grote bekendheid bij de Romeinen die het gebruikten voor de bereiding van de aromatische olie Nardinum. In het Nieuwe Testament lezen we dat Maria, de zuster van Lazarus en Martha, de voeten van Jezus zalft met nardus. We zien hier ook een verwijzing hoe duur nardus is, de albasten fles vertegenwoordige namelijk een waarde van 300 penningen (Mark. 14:5) wat omgerekend ruim € 15.000,-- was. De bereiding van de olie is vrij eenvoudig en wordt door middel van stoomdistillatie gewonnen uit de wortelstokken en stengels, waarna de olie lichtgeel tot amberkleurig is. Daarnaast blijkt ook hoe aromatisch de olie was want in Johannes lezen we dat het huis werd vervuld met de geur van de zalf (Joh. 12:3), een zware zoetige geur die iets weg heeft van de reeds genoemde valeriaan.

Terugkomend op onze dame uit Hooglied. Omdat het nogal warm is in het Midden-Oosten, gebruikte men vroeger allerlei parfumerie om de vieze lucht van zweet te verdoezelen. Zo liet de Egyptische Nefertite, de vrouw van farao Echnaton (1350 v.C.) haar gasten een zalfkegel op hun hoofd of borst dragen, gevuld met een mengsel van mirre-hars en andere geurende kruiden. Door de lichaamswarmte druppelde deze dan langzaam over de lichamen, waardoor de gasten heerlijk roken. Onze dame in Hooglied had blijkbaar een soortgelijke zalfkegel maar dan gevuld met Nardus, welke een heerlijke geur verspreid.


Tags: Flora, Hooglied, Narduskruid, Parfumerie
Gerelateerde onderwerpen: Parfumerie

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken