‹ Joods GazaDe brandende braambos ›
Bijbels Gaza
Gepubliceerd op 27-07-2014

In de Bijbel lezen we meermalen over de stad Gaza.

De eerste keer lezen we over Gaza in de volkentabel als een plaats bij de grens van de Kanaänieten (Gen. 10:19). Daarna wordt het weer genoemd bij de intocht van het land na de Exodus (Deut. 2:23; Joz. 10:41, 11:22, 15:47; Richt. 1:18) en bij een aanval van de Mideanieten en Amelekieten (Richt. 6:4)

Vervolgens wordt Gaza genoemd in de bekende geschiedenis van de richter Simson “Maar Simson bleef tot middernacht liggen. Toen, te middernacht, stond hij op, greep de deuren van de stadspoort met de beide posten en trok ze los, met grendel en al. En hij legde ze op zijn schouders en droeg ze omhoog naar de top van de berg die tegenover Hebron ligt.” (Richt. 16, HSV) Uiteindelijk wisten de Filistijnen Simson via een list te pakken te krijgen en gooiden hem in de gevangenis van Gaza (Richt. 16:21), om hun overwinning te vieren brengen ze hem later naar de tempel van Dagon waar hij een heldhaftige dood sterft door de twee steunpilaren om te duwen waardoor de tempel in elkaar viel. In zijn sterven, doodde hij meer Filistijnen dan in zijn leven (Richt. 16:25-30).

In 1 Sam 6:17 lezen we dat een van "de gouden gezwellen die de Filistijnen de HEERE als schuldoffer hebben doen toekomen" (HSV) namens Gaza was en later in de ark werd gelegd.

In 609 v.C. gaat de profetie van Jeremia in vervulling en wordt de stad ingenomen door farao Necho van Egypte (Jer 47.1).

Later in Amos lezen we de dubieuze rol die de bewoners van de stad hadden toen ze de Joden uitleverden aan Edom (Am. 1:6).

In het NT wordt de stad slechts eenmaal genoemd en wel in Handelingen 8:26 waar "Een engel van de Heer zei tegen Filippus: ‘Ga tegen de middag naar de verlaten weg van Jeruzalem naar Gaza.’" (HSV)


Tags: Atlas, Gaza
Gerelateerde onderwerpen: Atlas, Gaza

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken