In de Griekse handschriften van het Nieuwe Testament zijn grofweg een tweetal soorten te onderscheiden, namelijk die uit de Byzantijnse en Antiocheense traditie komen en die uit de Alexandrijnse traditie komen. Aan het begin van de 19de eeuw werden pas de Alexandrijnse handschriften ontdekt en omdat deze veel minder in aantal zijn dan de uit Byzantijnse en Antiocheense traditie worden deze Alexandrijnse handschriften de minderheidstekst genoemd, terwijl de andere de meerderheidstekst wordt genoemd omdat daarvan in de loop der eeuwen veel meer handschriften van zijn gevonden. Van de Byzantijnse en Antiocheense handschriften is ooit een soort samengesteld document gemaakt welke de Textus Receptus wordt genoemd. Omdat echter de Alexandrijnse handschriften over het algemeen veel ouder zijn, wordt door veel wetenschappers deze als het meest authentiek geacht en de toonaangevende uitgave van Nestle-Aland, welke voor veel moderne Bijbelvertalingen is gebruikt, volgt dan ook over het algemeen de minderheidsuitgave. De reden waarom de Alexandrijnse handschriften ouder zijn komt omdat ze in Egypte en dus droge streek zijn gevonden die uitermate geschikt is om handschriften over de eeuwen heen te conserveren, terwijl de andere groep in vochtiger gebieden zijn gevonden en om die reden sneller vergaan.
Maar wat betekent dat nu voor ons Bijbellezers? Het is logisch dat in de loop der tijd verschillende grondteksten zijn gevonden, net zoals er in de loop der tijd veel vertalingen zijn. En het is minstens zo logisch dat in al die vertalingen als grondteksten fouten zijn ingeslopen vanwege het overschrijven, drukfouten, etc. Bovendien in grote lijnen komen zowel de minderheidsuitgave als de meerderheidsuitgave toch overeen? En inderdaad moet ik constateren dat dit inderdaad zo is, maar er zijn kleine verschillen en het is interessant om te kijken waar die in zitten. Vooral omdat de minderheidstekst uit een ander gebied komen dan de meerderheidstekst en dat de makers ook een andere theologie hadden. De Alexandrijnse school werd beïnvloed door het gnosticisme en ze waren van mening dat de waarheid van het christelijk geloof niet zonder meer voor iedereen toegankelijk was. De vraag die ik me stelde: is dit dan ook zichtbaar in de tekst? Ik ben geen taalwetenschapper en de schrijvers van de Nestle-Aland weten zeer goed te beargumenteren waarom een bepaald woord in de oorspronkelijk grondtekst aanwezig zou zijn geweest. Maar de vraag is van zo'n groot belang, dat als religieuze aspecten meespeelden, het heel logisch is dat er bepaalde verschillen zijn. Je kunt dan zelfs de vraag opperen of deze zogenaamde oudere handschriften dan vanuit religieus aspect wel beter zijn, of om het met andere woorden te stellen, is de meerderheidstekst, ondanks het feit dat die jonger is omdat deze vaker moest worden overgeschreven, in grosso modo niet beter.
Ik zal daarom een aantal voorbeelden geven, zonder volledig te zijn:
Ik had al geschreven dat volgens de Alexandrijnse school de waarheid van het christelijk geloof niet voor iedereen toegankelijk is. Het is dan ook niet verwonderlijk dat in Mat. 6:4, 6, 18; Mark. 4:11; Luk. 11:44; 1 Tim. 6:7 de zinsnede "in het/het is openbaar" niet in de Alex. handschriften voorkomt, maar wel in de Byz. handschriften.
Ook dat Jezus de eerstgeborene is (Mat. 1:25) komt niet voor in de Alex. handschriften en het is opvallend hoe vaak de naam Jezus, God of Heer wordt weggelaten (Mat. 8:29; 13:26, 51; 15:30; 16:20; 18:2; 22:30; 24:2 en vele andere teksten).
Een van de peilers van het christelijke geloof is de bekering en de verlossing door Jezus, ook hier zien we dat dit regelmatig is weggelaten (Mat. 9:13; 18:11; 19:17; 25:13; Luk. 5:38; 9:56), zelfs dat de goddelijkheid regelmatig wordt weggelaten (Mat. 6:13; 18;11; Mark. 1:1; 11: 10; Luk 2:14) en natuurlijk is het onderscheid dat Jozef niet de vader van Jezus weggewerkt (Luk 2:33, 43).
Ook teksten die verwijzen naar hen die Jezus als tegenstander zien of welke in deze context onwelgevallig zijn weggelaten (Mat. 17:21; 23:14; Mark. 6:11; 7:16; 9:44, 46; 11:26, 44)
Dit zijn slechts een paar van de vele verschillen die juist een religieuze impact hebben en waaruit blijkt dat de verschillen tussen de meerderheids- en minderheidstekst niet alleen is te verklaren dat de een zogenaamd ouder is dan de ander, maar juist ook door een ander geloofsinzicht. De vertalers van Bijbelvertalingen zoals de NBG51, NBV, BiGT en WV96 hebben gekozen voor de minderheidstekst omdat die in de wetenschappelijke Nestle-Aland wordt ondersteund. De vertalers van de HSV hebben gekozen voor de Textus Receptus juist vanwege deze verschillen in geloofsinzicht en ook ik ben geneigd om de Textus Receptus om die reden meer te ondersteunen. Echter al decennia lang zijn wetenschappers zo gefocust op de minderheidstekst dat een goede hedendaagse wetenschappelijke uitgave van de meerderheidstekst niet voorhanden is omdat daar nauwelijks naar gekeken wordt.
Dat laatste is jammer, omdat juist deze verschillen belangrijk zijn en omdat, naar mijn mening, niet is aangetoond dat de minderheidstekst daadwerkelijk de oudere en dus betere tekst bevat. Ik hoop dan ook dat er wetenschappers zullen opstaan, die objectief dit onderzoek willen doen.