‹ Genesis 22 Opgang naar een offer (5)E.L.S. nader bekeken ›
Genesis 22 Opgang naar een offer (6)
Gepubliceerd op 24-01-2015

13) Daarna sloeg Abraham zijn ogen op en keek,

en zie!, een ram was achter hem [die] met zijn hoornen vastzat in de struiken;

en Abraham ging [erheen] en pakte de ram en offerde die als offergave in plaats van zijn zoon.

14) En Abraham gaf die plaats de naam: De HEER zal het voorzien!

Daarom wordt tot op vandaag gezegd: Op de berg voorziet de HEER!

Genesis 22:13-14 (ABvertaling)

Dit is het zesde deel van een reeks waarin we ons bezighouden met het Bijbelgedeelte waarin Abraham van God opdracht krijgt om zijn zoon Izak te offeren. Hier is deel 1, 2, 3, 4 en 5. Alleen de belangrijkste punten zullen worden behandeld, voor hen die meer achtergrond of een verdere onderbouwing willen hebben verwijs ik naar het Bijbelgedeelte op onze website waar in meer detail alles wordt behandeld.

In vers 8 hadden we al gelezen dat Abraham zei dat God zelf zou voorzien en ook in vers 14 lezen we dat God het zal voorzien. In vers 13 zien we dat dit voorzien uitkomt want een ram zit achter Abraham verstrikt in de struiken. Het is deze ram die nu wordt geofferd als plaatsvervangend offer van Izak. Voor de Joden wordt altijd als bij hun offers aan dit plaatsvervangend offer gedacht. Voor ons christenen is dit een verwijzing naar God zelf die zijn Zoon offerde voor ons.

We zien nu dat Abraham deze plaats in het land Moriah de naam JHWH-jireh geeft, waarbij vertalingen als SV, HSV en NBV het overzetten met "De HEER zal het voorzien!", de WV96 heeft afwijkend "de HEER ziet", dit geeft meteen een andere betekenis en de vraag is waarom komen zij met een afwijkende vertaling. Ook het tweede gedeelte "Op de berg voorziet de HEER!" vertalen zij iets anders "Op de berg van de HEER laat Hij zich zien." Dit komt omdat in het Hebreeuws het werkwoord niet in bedrijvende maar in lijdende vorm is geschreven, dus letterlijk "op de berg wordt het de HEER gezien". Dit doet een aantal vragen oprijzen, wat wordt met de "berg van de HEER" bedoeld, omdat in het voorgaande hier niets over te vinden is. Bovendien is er de moeilijkheid van het onbepaalde "het", wat wordt gezien? Wordt daarmee de HEER bedoeld, wat onwaarschijnlijk is omdat de Engel vanuit de hemel Abraham toeriep. Veel vertalers willen dan ook in bedrijvende vorm vertalen, "op de berg voorziet de Heer". Het is dan ook een typische woordspeling in het Hebreeuws tussen enerzijds: "voorzien; bestemmen",  anderzijds: "gezien worden; zich vertonen". En dat geeft ons inzicht in wat hier wordt bedoeld, namelijk dat God het niet alleen al van te voren voorzag en er een bestemming voor had, maar ook dat Hij juist in deze hele geschiedenis gezien wil worden, dat Hij in deze geschiedenis alles in Zijn hand heeft.

Wordt vervolgd…


Tags: Abraham, Bijbelstudie, Genesis, Izaäk
Gerelateerde onderwerpen: Abraham, Bijbelstudie

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken