‹ BibliaDeEstudio - de Spaanse versie van StudieBijbelLivius Nieuwsbrief - April 2020 ›
Vervalsingen herkennen (1 April editie)
Gepubliceerd op 01-04-2020

Vandaag hadden we op onze Facebook en Twitter pagina het volgende grote 1 april nieuws verkondigd:

Van een zekere Han van Meegeren kregen we een brief met onderstaande tekening. De zeer gewaardeerde deskundige schreef dat hij deze inscriptie heeft gekregen van een boer die hem vertelde dat hij deze tekening had gemaakt van een stuk rots in Amerika waarop deze tekst stond.

Het is overduidelijk een Latijnse tekst van Cicero en gezien de ouderdom zou dit betekenen dat de Romeinen reeds in Amerika zijn geweest.

Op dit moment onderzoeken we de tekst en zullen zodra we meer weten het jullie berichten.

Natuurlijk een ludieke grap, maar helaas zijn op internet vele afbeeldingen te vinden van inscripties die in Amerika zouden zijn gevonden en waaruit zou blijken dat de Feniciërs, of tenminste andere Semitische volken daar zijn geweest. De meeste van deze “ontdekkingen” zijn uit de 19de eeuw, een periode waarin heel veel echte spectaculaire archeologische ontdekkingen werden gedaan en vervalsers hun kansen zagen om daar wat mee te verdienen. In het verleden hebben we al eens de zogeheten Paraiba-inscriptie behandeld en toen vertelt waarom het een vervalsing is. Helaas zien we dat op het internet vaak deze vervalsingen voor echt worden neergezet en dat bij discussies op internetfora dan wordt betoogd dat het heel goed mogelijk is, dat de mainstream wetenschappers het afwijzen omdat ze het niet willen geloven.

Het is om die reden dat we door middel van een fictief voorbeeld willen uitleggen waarom wetenschappers dit soort inscripties als vervalsingen beschouwen. We gebruiken als voorbeeld een inscriptie die ook tegenwoordig door iedereen wordt herkend en na enig nadenken meteen zal inzien dat het een vervalsing is.

De casus

Van een zekere Han van Meegeren kregen we een brief kregen met bovenstaande tekening. In die brief schreef hij dat hij deze inscriptie heeft gekregen van een boer die hem had verteld dat hij deze tekening had gemaakt van een stuk rots in het Amerika waarop deze tekst stond. Het is overduidelijk een Latijnse tekst van Cicero en als dit echt zou zijn betekent het dat de Romeinen reeds in Amerika zijn geweest.

Uitwerking

Toch zijn er een groot aantal aanwijzingen waarom dat niet zo is en die zullen we stuk voor stuk behandelen aan de hand van deze afbeelding.

Als eerste is het problematisch dat we niet weten waar precies deze boer deze tekst heeft gevonden, is het in Zuid of Noord Amerika. Hierdoor kunnen we niet naar die plek gaan om het stuk rots met deze tekst zelf te bestuderen. Zoiets wordt met een duur woord provenance genoemd. Hadden we de plek kunnen bestuderen dan hadden we zeer waarschijnlijk nog meer interessante dingen kunnen vinden. Want over het algemeen komt het zelden voor dat er een geïsoleerde vondst wordt gedaan. In ons geval, dat als het een Romein was die dit had geschreven, we misschien ook nog Romeinse pijlpunten, messen, of misschien restanten van kleding of huishoudelijk afval kunnen vinden, die we allemaal in ons onderzoek hadden kunnen meenemen.

Ons tweede probleem is dat Han van Meegeren niet de meest betrouwbare persoon is. Omdat we niet meer hebben dan deze inscriptie moeten we hem wel op onze blauwe ogen vertrouwen. Terwijl we heel goed moeten beseffen, dat door het aanbieden van deze inscriptie bij deskundigen, deze meneer hoopt dat die razend enthousiast zullen zijn en het grote nieuws direct zullen verkondigen, zonder dat het nog echt is onderzocht. Voorbeelden hiervan zijn bv. Evangelie van de Vrouw van Jezus, of de Vervalste Dode Zee-rollen uit de Green-collectie.

Kijken we naar de tekst – en we mogen blij zijn dat deze boer de inscriptie zeer nauwkeurig heeft gemaakt, want normaal is dat niet zo – dan zien we onmiddellijk dat het een Latijnse tekst is en op het eerste gezicht zelfs een gedeelte van Cicero uit zijn De Finibus, 1.10.32 is, er zijn wat kleine afwijkingen en dat doet vermoeden dat het authentiek kan zijn. Echter bij verdere controle blijkt dat de tekst voorkomt in  de 1914 Loeb Classical Library editie. Dit is wel erg toevallig en het moet dus wel een vervalsing zijn die na 1914 is gemaakt. Nu kan dit nog altijd toeval zijn, maar het is opvallend dat deze tekst vanaf de jaren 60 vorige eeuw in zwang raakte bij een bepaalde beroepstak.

De letters zijn van verschillende alfabetten (Latijn, Grieks, Gothisch). Dit is niet logisch, als iemand iets schrijft dan zal die bijna nooit meerdere alfabetten gebruiken en al helemaal niet die in verschillende perioden, die eeuwen van elkaar verschillen, werden gebruikt en dan nog in één woord. De enige uitzondering hierop zijn teksten met religieuze inhoud, waarbij dan bv. de Godsnaam in archaïsch schrift wordt neergezet (zoals in enkele Dode Zee-rollen). Bij de reeds genoemde Paraiba-inscriptie en de Los Lunas Inscriptie was dit oa. de reden om ze als vervalsingen te beschouwen.

Gaan we de letters verder bestuderen, dan zie we al snel nog meer bijzonderheden. De letter ‘e’ wordt geschreven als een € euro-teken, dit lijkt een beetje op de Griekse ε epsilon, maar is in werkelijkheid pas in 1996 ontwikkeld. Hieruit blijkt dat de vervalsing niet ouder kan zijn dan dat jaartal. In de Los Lunas Inscriptie zien we een soortgelijk iets, daar staat een ִɅ (een haak met een punt erin) welke pas door de rabbijnen vanaf de middeleeuwen werd gebruikt als correctieteken en welke ook in deze inscriptie op die manier werd gebruikt. Het is dan ook zeer ongeloofwaardig dat deze inscriptie uit het begin van het eerste millennium voor Christus zou zijn.

Conclusie

We hebben verschillende aspecten van deze voorbeeldvervalsing behandeld en die we ook kunnen toepassen bij inscripties die in het echt worden gevonden. Het is dan ook goed om nog eens te kijken welke fouten zijn gemaakt.

Als eerste is er alleen een afschrift, ondanks alle pogingen is nooit het origineel gevonden. Zelfs degene die het afschrift had opgestuurd is nooit gevonden. Iedereen is in staat om vervalsingen te maken en daarom is het belangrijk om altijd over het oorspronkelijke materiaal te beschikken. Ook vanwege het feit dat iemand, die bekend staat om zijn vervalsingen, al vanaf het begin erbij betrokken is moeten de alarmbellen gaan rinkelen. Hieraan is niet voldaan.

Ten tweede, ook al zouden we het oorspronkelijke materiaal bezitten, dan is het nog steeds heel belangrijk om de oorspronkelijke vindplaats te weten, zodat ter plekke onderzoek gedaan kan worden en geconstateerd kan worden of het echt is. Ook hieraan is niet voldaan.

Ten derde, als eenmaal is aangetoond dat het om een vervalsing gaat is het belangrijk om dat duidelijk te houden. Te vaak zien we in populaire artikelen en zelfs encyclopedieën dat het niet zo is, of dat het “mogelijk om een vervalsing gaat”. Betreffende de Paraíba-inscriptie lezen we op Wikipedia dat het een “Possible artifact” is, terwijl het 100% zeker is dat het dit niet is. Hiermee maakt zo’n encyclopedie zichzelf totaal ongeloofwaardig.

Ten vierde, zelfs als ondanks voorgaande punten er nog enige mogelijkheid is dat het om een authentieke inscriptie gaat mag men bij wetenschappelijk onderzoek verwachten dat er een zekere progressie is. Vooral als er veel over wordt geschreven. Rondom de diverse artefacten in Amerika die de theorie ondersteunen dat Feniciërs Amerika hebben ontdekt zien we na vele decennia nog steeds geen enkele progressie, er zijn na meer dan honderd jaar geen nieuwe ontdekkingen gedaan, zijn geen nieuwe inzichten gekomen. Het is om die reden dat we zeer kritisch moeten zijn en niet dat de wens de vader van de gedachte laten zijn.


Tags: Hoax, Vervalsingen, Theorie ontdekking van Amerika door Semitische volken
Gerelateerde onderwerpen: Hoax, Vervalsingen, Theorie ontdekking van Amerika door Semitische volken

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel