‹ De leer van de opname van de gemeente (2)De leer van de opname van de gemeente (4) ›
De leer van de opname van de gemeente (3)
Gepubliceerd op 20-06-2020

Wat staat er in 1 Thes. 4:13-17?

Hoe maakt dit Bijbelgedeelte deel uit van de hele brief (brieven, want er zijn er twee)!
En hoe maakt dit Bijbelgedeelte deel uit van de boodschap van het NT over de komst van Christus!

Houd bij het lezen van de Bijbel altijd in gedachten dat elke tekst, elke perikoop, elk hoofdstuk, elk Bijbelboek altijd in een breder verband staat, namelijk van heel het OT en NT.
Daarom is het bij het uitleggen van de Bijbel een eerste voorwaarde te letten op dat verband.
Dat principe pas ik vandaag ook toe.
Maar eerst dit.

Ik ben me bewust dat, als je je hele leven de leer van de opname van de gemeente hebt meegekregen via boeken, preken, conferenties etc. het dan niet meevalt te moeten ontdekken dat de Bijbel iets anders zegt dan je je eigen hebt gemaakt. Maar de ervaring heeft me geleerd dat, als je met een oprecht hart het Woord van God leest en bestudeert, je dan in je leven ‘bijgestuurd’ of zelfs gecorrigeerd kan worden.
Zelf heb ik, wat ik door de jaren heen verworven had, altijd getoetst aan wat anderen hebben geschreven, gezegd of geleerd. Mits dat gefundeerd was in het Woord van God en paste in het geheel van Gods prachtige werk op aarde.

Hoe fanatiek mensen soms kunnen zijn als het gaat over Israël en/of de toekomstverwachting en niet bereid zijn om naar Bijbelse of historische argumenten te luisteren, heb ik in mijn leven ondervonden. Vanaf de jaren zestig heb ik jarenlang in een groot aantal kerken en gemeente in ons land de boodschap van de Heer mogen brengen. Maar toen men ontdekte dat ik niet het ‘maranatha-schema’ predikte, bleek ik in verschillende gemeenten ineens niet meer welkom te zijn. Zo gaat dat soms in christelijk Nederland. Zonder reden van opgaaf word je niet meer gevraagd of uitgenodigd.

Ik bevind me overigens in goed gezelschap. Corrie ten Boom heeft jarenlang stukjes geschreven in het Zoeklicht. Maar toen ook haar ogen opengingen voor de het feit, dat we op aarde door moeilijke tijden zouden gaan voordat Jezus komt en dat de opname van de gemeente geen Bijbels fundament had, was het over met haar publicaties in dat blad.

Een groot aantal Evangelische- en Pinkstergemeenten, Baptistengemeenten, Vrij-Evangelische gemeenten en gemeenten onder de vlag van de Vergadering van Gelovigen, heeft de leer van de opname in haar geloofsleer verwerkt.
Lang niet altijd heeft men zelf de Bijbel onderzocht, maar aangenomen dat, wat bekende bijbelleraars leerden, wel waar zou zijn. Geen Hand. 17:11 principe toegepast helaas, want dan zou men tot andere conclusies hebben kunnen komen.

Gelukkig zijn er nog veel gemeenten en gemeenteleden, waar men openstaat en wil luisteren naar de taal van de Schrift. naar ik hoop ook onder de lezers van mijn Bijbelstudies en publicaties. Wat is er mooier om de stem van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest te ‘verstaan’ zoals die tot ons komt in het Woord!

Ik zeg het nog maar een keer: altijd letten op het verband waarin een tekst of pericoop staat! En bedenk daarbij dat de Griekse geen hoofdstuk- of versindeling heeft.

Bij de uitleg van dit gedeelte moeten we daarom de twee brieven van Paulus aan de Thessalonicenzen er bij betrekken om de inhoud van 1 Thes. 4 te verstaan.
De twee brieven zijn kort na elkaar geschreven en het is niet zo, dat Paulus in de tweede brief plotseling van gedachten zou zijn veranderd. Integendeel, de boodschap van beide brieven vormt een eenheid. Ik zal er, waar nodig, naar verwijzen.

Fundamenteel uitgangspunt Hand. 1:11

Basis van de Bijbelse toekomstverwachting is wat we lezen in Hand. 1:11, het gedeelte over de hemelvaart van Jezus.
Als Jezus uit zicht is verdwenen verschijnen er twee mannen in witte kleding aan de discipelen. Ze zeggen: Mannen uit Galilea, waarom kijken jullie naar boven, naar de hemel? Deze Jezus, Die van u opgenomen is naar de hemel, zal op dezelfde wijze (terug) komen als jullie Hem naar de hemel hebt zien gaan’.
Lees goed wat er staat: Jezus is van de aarde verheven en op een gegeven moment niet meer met de ogen te volgen, omdat er een wolk tussen Jezus en hen inschuift.
Maar God belooft de discipelen dat Jezus op dezelfde manier zal terugkomen, dus vanuit de hoogte naar de aarde. Er staat niet dat Hij op dezelfde plek zal weerkomen (de Olijfberg). Het kan, maar als ik in Matth. 24 en parallelgedeelten lees, wat Jezus Zelf zegt over Zijn terugkeer, dan is dat zo majestueus en omgeven door een groot aantal verschijnselen, dat dat ene plekje op de Olijfberg waarschijnlijk te ‘klein’ zal zijn.
Waar het in Hand. 1:11 ieder geval om gaat is, dat de beweging van ‘beneden naar boven’ een vervolg krijgt in een beweging van ‘boven naar beneden’.
Het is deze gedachte over Jezus’ terugkeer op aarde die ten grondslag ligt aan het onderwijs in het Nieuwe Testament, zowel van Jezus als van de apostelen.

1 Thessalonicenzen 4

Vandaag bekijken we het gedeelte 1 Thes. 4:13-17 wat nauwkeuriger, om te zien wat er wel en wat er niet staat. Een hoopvol, pastoraal gedeelte.
In de gemeenten van het Nieuwe Testament leefde de gedachte van de wederkomst sterk.
Sterker dan meestal bij ons het geval is. Sommige uitleggers menen, op grond van enkele passages, dat men de terugkeer van Jezus op korte termijn verwachtte.

Maar de zendingsopdracht, Matth. 28, zou heel wat tijd in beslag nemen. ‘Al de volken’, moesten worden bereikt. En dat waren er nogal wat. Zie ook Matth. 24:14.
Ook de gelijkenis van de ponden, Luc. 19:11vv wekt de indruk, dat er nogal wat tijd zou verlopen tussen de hemelvaart en de ‘aardevaart’ van Jezus.
Gelukkig maar, want nu is er nog tijd voor bekering, is het nog genadetijd, 2 Petr. 3:9, omdat God niet wil dat er mensen verloren gaan. En net als ik zal u, zal jij vermoedelijk ook wel bidden dat familie, kinderen, vrienden, buren op tijd tot geloof mogen komen door zich aan Jezus Christus toe te vertrouwen.

In Thessalonica was een ‘pastoraal’ probleem opgetreden. In de gemeente waren mensen overleden en de vraag was opgekomen: zijn zij er niet bij als de Here Jezus terugkomt?
Die vraag heeft ook Paulus bereikt en hij gaat daar op in.

De apostel schrijft aan de verontruste gemeente dat zij a. niet onkundig en b. niet bedroefd hoeven te zijn omtrent het lot van de broeders en zusters die overleden zijn. Voor hen geldt een ander toekomstbeeld dan voor de mensen, die aan God en Zijn Woord voorbijgaan, vs. 13.
Vervolgens legt Paulus uit wat er gebeurt als Jezus terugkomt. Over de terugkeer van Jezus had hij in deze brief al eerder geschreven:

‘Iedereen praat er over hoe wij door u zijn ontvangen en hoe u zich van de afgoden hebt afgewend om u tot God te keren, om Hem, de levende en ware God te dienen en om Zijn Zoon te verwachten uit de hemel (Hand. 1:11!), die Hij uit de dood heeft doen opstaan en Die ons zal redden van het komende oordeel’, 1 Thes. 1:9-10.

‘Want wie is onze hoop en vreugde? Wie is onze erekrans wanneer we voor Jezus, onze Heer staan, bij Zijn komst. Wie dan anders dan u? 1 Thes. 2:19.

‘Moge de Heer u door die liefde kracht geven, zodat u zuiver en heilig voor onze God en Vader zult staan, wanneer onze Heer Jezus komt met al Zijn engelen. Amen’. 1 Thes. 3:13.
Dit laatste vers doet sterk denken aan wat Jezus zei in Matth. 24:31. Maar dat terzijde.

Uit deze gedeelten valt al veel op te maken over de komst (Grieks ‘parousiaG3952) van de Heer, maar daar vertel ik morgen meer over.

Vanaf vs. 14 schrijft Paulus wat er gebeurt als Jezus, overeenkomstig de vele beloften in het NT, opnieuw naar ons toekomt.
Als de dag aanbreekt, die wordt aangekondigd door een aartsengel en gepaard gaat met bazuin/trompetgeschal, dan volgt de opwekking van de doden.
let op, Paulus noemt hier alleen de opstanding van de gestorven gelovigen, maar Jezus leert ons in Joh. 5:28 dat er een moment komt, dat alle mensen van alle tijden en alle plaatsen, die geleefd hebben en gestorven zijn, zullen opstaan en dat er dan een scheiding zal plaatsvinden. Wie het goede gedaan hebben tot de opstanding ten leven, wie het kwade gedaan hebben wacht het oordeel. Het is dezelfde gedachte die in de gelijkenis van het onkruid tussen de tarwe aan de orde is, Matth. 13:24vv en in het bijzonder vs. 40-43. Ook Matth. 25 (de scheiding van de schapen en de bokken, vs. 32 en 46 kan hier genoemd worden. Ik denk ook aan wat Jezus zegt in Luc. 17:30-35 = Matth. 24:37-42.
Kortom, de komst van Jezus brengt scheiding! Scheiding tussen gelovigen en ongelovigen.

In 1 Thes. 4 ligt echter, vanwege de ontstane situatie in de gemeente, het accent op de opstanding van de gestorven gelovigen. Zij zullen niet achtergesteld worden bij de gelovigen die nog in leven zijn als Jezus komt. Integendeel, zij gaan voorop. Paulus gebruikt in dat verband het woordje ‘eerst’, vs. 16. De doden die in Christus gestorven zijn zullen het eerst opstaan.
Pas dan volgen de mensen die op de dag dat Jezus komt nog in leven zijn. Wat er met hen zal gebeuren lezen we niet in 1 Thes. 4 maar wel in 1 Cor. 15:51. De kinderen van God die nog in leven zijn als Jezus komt, zullen in een oogwenk, een oogknippering, een ondeelbaar ogenblik (Grieks ‘atomos’) veranderd worden, waardoor ook zij in staat zijn om Jezus tegemoet te gaan in de lucht. Dat gebeurt, zegt Paulus, als de laatste bazuin klinkt, vs. 52, een duidelijke verwijzing naar 1 Thes. 4.

De Griekse tekst heeft in vs. 17 het werkwoord ‘harpazomaiG726. Dat duidt op een plotselinge verplaatsing vanwege een Goddelijk ingrijpen. Hetzelfde werkwoord wordt gebruikt in Hand. 8:39 waar de evangelist Filippus, als zijn taak m.b.t. tot de man uit Ethiopië er op zit, plotseling wordt weggenomen. Ook Openb. 12:5 heeft dit werkwoord met dezelfde betekenis.

Ik zou best willen behoren tot de mensen die, als Jezus komt, nog in leven zijn. Niet behoeven te sterven, maar in een oogknippering veranderd worden. dat lijkt me toch wel heel bijzonder. Maar gelet op wat er in de brieven aan de Thessalonicenzen nog meer gezegd wordt, zal dat voor ondergetekende, 76 jaar oud, niet zijn weggelegd.

Het beeld dat Paulus schetst in 1 Thes. 4 is dus dat van twee groepen gelovigen die samen de Here tegemoet gaan om hem daar te ontmoeten om vervolgens voor altijd in Zijn omgeving te mogen verkeren. De Griekse tekst heeft daarvoor de woorden ‘eis apantèsinG1519 G529 wat weergeven wordt met ‘naar de ontmoeting’. De Studiebijbel zegt daarvan: ‘Eis apantèsin was de vaste uitdrukking voor het buiten de stad gaan en verwelkomen van een belangrijke bezoeker, meestal een vorst, om hem een geleide te geven bij zijn aankomst’.

Waar zullen we zijn na die ontmoeting? Dat staat er niet bij. Dat was ook niet nodig, want Paulus schrijven was immers bedoeld tot troost en bemoediging van de gemeenteleden die een geliefde door de dood waren verloren en niet achtergesteld zullen worden wanneer de Here Jezus komt.
De spits van zijn schrijven is derhalve pastorale bemoediging.
Maar over dat ‘waar’ we met Christus zullen zijn valt meer te zeggen. In de tekst zijn aanwijzingen die op dat ‘waar’ licht werpen. Dat doe ik morgen.

Wordt dus vervolgd.

Drs. C.A.E. Groot

P.S.
Op éen van mijn DVD’s van Bill Gaither en de Homecoming Friends staat een lied dat mij
aanspreekt. De titel van het lied is ‘When He comes down’. beluister het maar via Google. het wordt gezongen door de Hoppers.

‘My eyes shall see King Jesus when He comes in clouds of glory.
If I’m sleeping (beeldtaal voor de dood) I’ll be awakened from the grave.
And if I remain, I’ll hear the trumpets joyful sound.
I didn’t see Him go up, but I’ll see Him when He comes down.’

Ik was er niet bij toen Jezus ten hemel voer. Maar ik zal er bij zijn als Hij terugkomt. U, jij ook?

Tags: Opname van de Gemeente
Gerelateerde onderwerpen: Opname van de Gemeente

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij