‹ Logos softwareVervolging of niet... ›
De vrouwen in het Evangelie van Johannes
Gepubliceerd op 11-09-2020

Veel Bijbellezers weten dat Lucas in zijn Evangelie ruime aandacht geeft aan armen, vrouwen en kinderen. Het is minder bekend dat in het vierde Evangelie vrouwen een opvallend grote en vooral positieve rol spelen. Het is goed om deze vrouwen voor het voetlicht te halen. We zullen zien dat Jezus volgens Johannes behoorlijk onconventioneel was in zijn omgang met hen.

De belangrijke vrouwen in het Evangelie zijn de moeder van Jezus (2:1-11), de Samaritaanse vrouw (4:1-42), Marta en Maria van Betanië (11:1-44 en 12:1-8) en Maria uit Magdala (20:1-2, 11-18). (Versnummers verwijzen naar Johannes tenzij anders aangegeven.) Ik ga in dit artikel voorbij aan de overspelige vrouw die in Johannes 7:538:11 wordt genoemd. Dat doe ik enerzijds omdat dit gedeelte niet door Johannes zelf is opgeschreven, anderzijds omdat we deze vrouw niet echt leren kennen; ze heeft alleen een passieve rol in het korte verhaal.

Sociale achtergrond

In de tijd van het Nieuwe Testament was de maatschappelijke status van vrouwen in het land Israël laag, veel lager dan in Rome, Griekenland en Klein-Azië. In Klein-Azië en elders konden vrouwen bijvoorbeeld leider van een synagoge zijn, maar in Israël niet. Daar waren vrouwen tweederangs personen die geen onderwijs in de Schrift kregen en die vooral moesten kunnen koken en kinderen krijgen. Een rabbi sprak in het openbaar niet met een vrouw, zelfs niet met zijn eigen vrouw.

We krijgen een glimp van de slechte positie van vrouwen in 4:27, waar de evangelist ons vertelt dat de leerlingen van Jezus verbaasd waren omdat Hij met een vrouw in gesprek was. Het gaat de leerlingen er niet om dat deze vrouw Samaritaans is, maar om haar geslacht. Jezus doorbreekt deze grens – en niet alleen in dit verhaal.

De Samaritaanse vrouw

Johannes noemt de naam van de Samaritaanse vrouw niet; misschien was haar naam hem onbekend. Hij presenteert deze Samaritaanse duidelijk als de tegenhanger van Nikodemus door aan het begin van zijn Evangelie twee uitgebreide ontmoetingen van Jezus te beschrijven; ontmoetingen met personen die in bijna alle opzichten totaal verschillend zijn. Oppervlakkig gezien verschillen zij in geslacht, in etnische herkomst en in maatschappelijke status. Verder benadrukt Johannes dat Nikodemus ‘s nachts bij Jezus kwam, en hij herhaalt dat detail in 7:50 (waar de NBV en andere nieuwere vertalingen het om tekstkritische redenen weglaten) en in 19:39. De ontmoeting tussen Jezus en de Samaritaanse vrouw vindt daarentegen plaats bij klaarlichte dag. En terwijl Nikodemus zichzelf op waardige wijze introduceert (3:2), daarmee suggererend dat hij recht heeft op de aandacht van Jezus, protesteert de vrouw dat Jezus helemaal niet met haar behoort te spreken (4:9). Tenslotte valt op dat Nikodemus aan het eind van de ontmoeting met Jezus als het ware in het niets oplost, terwijl Jezus’ gesprek met de vrouw een belangrijk vervolg krijgt: als een echte evangelist rent zij naar haar dorpsgenoten, zonder haar kruik mee te nemen (4:28; vergelijk de netten van de eerste leerlingen in Marcus 1:18) en haar getuigenis brengt hen tot geloof (4:39-42)! In tegenstelling tot de Farizeeër begrijpt deze aanvankelijke buitenstaander dus wie Jezus is (4:29, 39, 42) en komt daardoor in de binnenste kring rond de Messias terecht. Zij gebruikt ongeveer dezelfde uitnodigende woorden als Filippus (vergelijk 1:46 met 4:29) en staat daarom niet alleen tegenover Nikodemus, maar ook tegenover de leerlingen van Jezus, die in Johannes 4 een passieve indruk maken.

De overeenkomst tussen beide verhalen is dat Jezus met beide personen een diep theologisch gesprek aangaat, en ook de onderwerpen zijn vergelijkbaar: water, Geest en de waarde van menselijk getuigenis. Maar dat brengt ons bij het belangrijkste verschil tussen de vrouw en Nikodemus: de Farizeeër begrijpt bitter weinig van Jezus terwijl de vrouw een snelle en intelligente leerling is. Jezus geeft deze vrouw onderwijs; zij wordt zijn leerling – en een goede! Vergelijk dat eens met de uitspraak van Rabbi Eliëzer dat het beter was om de woorden van de Torah te verbranden dan ze aan een vrouw te geven…

Jezus’ moeder

Het is raadselachtig dat Johannes ook de moeder van Jezus nooit bij haar naam noemt; de naam Maria kennen wij alleen uit de andere Evangeliën en Handelingen. Als reden hiervoor kunnen we denken aan het feit dat ook ‘de leerling van wie Jezus veel hield’ niet bij naam wordt genoemd, en dat deze twee personen in 19:25-27 aan elkaar worden verbonden. Verzwijgt Johannes hun namen opdat ze gemakkelijker als ideale volgelingen van Jezus kunnen dienen?

Het optreden van Jezus’ moeder in het verhaal over de bruiloft in Kana wordt niet altijd goed begrepen. Met name Rooms-katholieke uitleggers zien haar rol hier als die van middelares, degene die Jezus ertoe brengt om een teken te doen, maar dat zegt Johannes niet. De moeder van Jezus vraagt Hem om hulp op dezelfde manier als ieder ander dat had kunnen doen.
Bovendien wijst Jezus deze bemoeienis van zijn moeder duidelijk af (2:4), hoewel Hij later wel min of meer doet wat zij vroeg, namelijk het bruidspaar redden van de vernedering van een bruiloft zonder wijn. Jezus’ afwijzing is behoorlijk robuust; de HSV heeft ‘Vrouw, wat heb Ik met u te doen?’ en het is onterecht dat de NBV het woord ‘vrouw’ weglaat. Hoewel het gebruik van ‘vrouw’ in dit verband niet ruw of brutaal is, is het wel afstandelijk en zeker niet toeschietelijk. Jezus’ moeder speelt verder dan ook geen rol meer in het verhaal. Dit laat ons zien dat Jezus iemand is die op eigen benen staat en van geen mens, zelfs niet van zijn moeder, instructies aanneemt. Misschien mogen we 2:5 wel lezen als een aanwijzing die het verhaal overstijgt: ‘Wat Hij ook tegen u zeggen zal, doe het.’ Dit wijze woord van Jezus’ moeder geldt ook voor ons. Zij toont onbeperkt vertrouwen in de mogelijkheden van haar zoon, meer dan de meeste mannelijke leerlingen. Zij is een voorbeeld van geloof voor ons.

Lange inleiding

Het verhaal over de opwekking van Lazarus heeft een lange inleiding, met daarin een opvallende zin: ‘Jezus hield veel van Maria en haar zuster, en van Lazarus’ (11:5). (Omdat Johannes agapaō gebruikt, is ‘had lief’ [HSV] beter.) Deze opmerking dient deels als verklaring voor Jezus’ late reactie op het nieuws van Lazarus’ ziekte (11:6), maar toch! Hier wordt gezegd dat Jezus houdt van een paar vrouwen, dat wil zeggen, van personen die als tweederangsburgers golden. Over een andere rabbi zullen we zoiets niet lezen. De volgorde waarin de drie geliefde mensen genoemd worden is ook opvallend, want de zussen gaan voorop. De enige personen van wie we in de Bijbel lezen dat Jezus hen liefheeft zijn deze drie personen in Betanië en de speciale ‘geliefde leerling’, die pas in 13:23 voor het eerst wordt genoemd.

Er is nog iets opvallends aan de manier waarop Maria en Marta aan de lezers worden voorgesteld: ‘Er was iemand ziek, een zekere Lazarus uit Betanië, het dorp waar Maria en haar zuster Marta woonden’ (11:1). De identiteit van de zieke man wordt bepaald doordat hij in het dorp van zijn zusters woont… Kortom, de hele inleiding op Johannes 11 maakt duidelijk dat Maria en Marta belangrijke leerlingen van Jezus zijn. Dit wordt bevestigd in 11:28, waar Marta naar Jezus verwijst als ‘de meester’, de leraar (Grieks didaskalos), zoals een leerling dat doet. Al deze dingen bevestigen en versterken wat we ook uit Lucas 10:38-42 weten.

Voorbeeldig geloof

Het is Marta die in Johannes 11 haar geloof in de opstanding van haar broer maar ook in de opstanding van Jezus uitspreekt. Johannes had deze geweldige belijdenis kunnen opnemen in een monoloog met het onderwijs van Jezus of in zijn eigen commentaar op de gebeurtenissen, zoals hij ook in 3:14-21, 31-36 commentaar geeft op de ontmoeting tussen Jezus en Nikodemus. Maar in plaats daarvan laat hij Jezus onderwijs geven aan Marta, die ook zelf aan het woord komt. Op haar belijdenis van het feit dat Hij de Messias is en van de opstanding van de doden (11:23-27) valt bovendien niets aan te merken (zie 20:31). Haar woorden in 11:27 herinneren aan de woorden van Petrus in de andere Evangeliën (vooral Lucas 9:20). De meeste van Jezus’ mannelijke gesprekspartners reageerden met minder begrip en minder geloof op zijn woorden. Marta is dus een vrouw met een voorbeeldig geloof in God en in Jezus als zijn speciale gezondene. Toch heeft zij er moeite mee wanneer Jezus even later het graf van Lazarus geopend wil hebben (11:39). Marta heeft blijkbaar de reikwijdte van haar eigen belijdenis niet direct overzien. Maar wie zal haar dat kwalijk nemen?
Maria van Betanië komt ook in het volgende hoofdstuk van het Evangelie voor. Terwijl de Samaritaanse vrouw impliciet werd vergeleken met Nikodemus, wordt zij in 12:1-8 lijnrecht tegenover Judas Iskariot gezet: zij zalft Jezus, hij bekritiseert haar ten onrechte, maar Jezus verdedigt haar. Opnieuw een vrouw die Jezus beter begrijpt dan een man.

Maria uit Magdala

De Samaritaanse vrouw gaat uit zichzelf naar haar stad om het goede nieuws over de Messias te vertellen, maar Maria uit Magdala krijgt deze opdracht van Jezus. Deze Maria heeft een opvallende rol in het Paasverhaal, zeg maar de hoofdrol. Zij is de eerste die het lege graf ziet. Vervolgens kiest de opgestane Heer haar om als eerste aan te verschijnen, hoewel zij een vrouw is, iemand van wie het getuigenis niet telde in een Joodse rechtszaak. Ten slotte zendt de Heer haar naar zijn broeders en zusters om van zijn opstanding te getuigen (20:17-18; de NBV heeft terecht de inclusieve vertaling ‘broeders en zusters’). Haar eigen woorden, ‘Ik heb de Heer gezien’, maken duidelijk dat zij voldoet aan de vereisten voor een apostel zoals we die vinden in 1 Korintiërs 9:1 en Handelingen 1:22. Haar getuigenis staat op dezelfde hoogte als dat van de andere leerlingen en van Tomas (20:25, 28).
Het is duidelijk dat Maria uit Magdala positiever wordt beschreven dan Petrus, ook omdat zij bij het kruis van Jezus had gestaan (19:25) terwijl Petrus zijn meester had verloochend. En wanneer Petrus en de geliefde leerling weer naar huis gaan (20:10), blijft Maria bij het graf.

Tegen de draad in

De andere drie Evangeliën laten zien hoe ruim Jezus omgaat met de regels van de Mozaïsche wet, zoals met de sabbat en de spijswetten. Johannes vult dit aan door te laten zien dat Jezus de sociale regels over mannen en vrouwen corrigeert. Sterker nog, ook de scheiding die het Oude Testament had aangebracht tussen mannen en vrouwen lijkt voor Hem weinig betekenis meer te hebben. Vrouwen worden leerlingen, ze belijden Jezus als messias en ze verkondigen Hem aan anderen. Geen enkele vrouw komt er in het vierde Evangelie slecht af, en dat kunnen we maar van weinig mannen zeggen.

Johannes tekent deze vrouwen als getuigen en als leerlingen van Jezus, met andere woorden, als apostelen. Maria uit Magdala wordt door veel theologen aangeduid als ‘apostel van de apostelen’, al gaat dat misschien wat ver. Maar niemand die het vierde evangelie leest kan vasthouden aan de traditionele vooroordelen over de wispelturigheid en onbetrouwbaarheid van vrouwen. Het getuigenis van deze vrouwen doet niet onder voor dat van de mannen, is in feite zelfs beter.

Johannes vertelt de verhalen over Jezus’ omgang met vrouwen, maar hij geeft ons geen onderwijs van Jezus door over dit onderwerp. Toch moet dit Evangelie positief hebben bijgedragen aan de positie van vrouwen in de eerste gemeenten van de volgelingen van de Heer. Als men samen dit Evangelie las, wierp dat een kritisch licht op de patriarchale cultuur van die dagen. Verhalen maken evengoed duidelijk wat goed en fout is als expliciete voorschriften. De houding van Jezus in dit opzicht is daarom een duidelijk voorbeeld voor ons.

Dr. Pieter J. Lalleman

Dit artikel is eerder verschenen in het StudieBijbel magazine 14.1 september 2020 en met toestemming van het Centrum voor Bijbelonderzoek hier geplaatst.

Aantekeningen bij de Bijbel heeft een samenwerkingsverband met Centrum voor Bijbelonderzoek en bij een abonnement op hun 'StudieBijbelpakket Salomo' krijgt u via deze link de eerste 60 dagen gratis.

Tags: Evangelie naar Johannes, Maria (moeder v. Jezus), Maria Magdalena, Maria van Bethanië, Martha, Samaritaanse vrouw
Gerelateerde onderwerpen: Evangelie naar Johannes, Maria (moeder v. Jezus), Maria Magdalena, Maria van Bethanië, Martha, Samaritaanse vrouw

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

Hadderech