Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [35]Isboseth dan zond heen, en [36]nam haar van den man, van [37]Paltiel, den zoon van Lais. 35. Zonder twijfel door Abner overreed zijnde, dien hij, vermits vrees, niets durfde weigeren. 36. Dat is, liet haar door de gezonden boden nemen. 37. Ook genaamd Palti, aan wien Saul deze Michal, nadat David gevlucht was, ter vrouw gegeven heeft; 1 Sam.25:44.