Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Dan zult gij den HEERE, uw God, het pascha [5]slachten, [6]schapen en runderen, in de plaats, die de HEERE verkiezen zal, om Zijn Naam aldaar te doen wonen. 5. Of, offeren, en zo vs.4,5,6. 6. Dat is, al zulke offeranden, als de Heere op dit feest te slachten en te offeren bevolen had; Num.28:16; een jong lam of geit was eigenlijk het paasoffer genoemd. Zie Ex.12:3,4,5,27. Daarbenevens moesten ook andere offeranden op het feest geslacht en geofferd worden.