Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En hij zeide tot zijn broederen: Mijn geld is wedergekeerd; daartoe ook, ziet, het is in mijn zak! Toen [35]ontging hun het hart, en zij [36]verschrikten, [37]de een tot den ander zeggende: [38]Wat is dit, [dat] ons God gedaan heeft? 35. Hebr. ging hun hart uit; dat is, de kracht huns harten week van hen, evenals wanneer iemand in onmacht valt. Verg. 1 Kon.10:5, met de aantekeningen. 36. Zie boven, hfdst.27 vs.33. 37. Hebr. de man tot zijn broeder. 38. Of, hoe heeft ons God dit gedaan? Zij oordelen uit dit en al het voorgaande, dat God op hen vergramd was.