Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [53]Is er nog zaad in de schuur? Zelfs tot [54]den wijnstok, en den vijgeboom, en den granaatappelboom, en den olijfboom, [die] niet gedragen heeft, [die] zal Ik van dezen dag af [55]zegenen. 53. De zin is: Is er nog zaad overig in de schuur om te zaaien, Ik zal het van dezen dag af zegenen, ja tot de bomen toe, die nu in langen tijd geen vruchten gedragen hebben, zal Ik mijnen zegen geven. 54. Al de bomen en vruchten, die hier genoemd staan, plachten overvloedig in het Joodse land te groeien; zie Deut.8:8. 55. Dat is, vruchtbaar maken.