Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Is iemand [47]krank onder u? Dat hij tot zich roepe [48]de ouderlingen der Gemeente, en dat zij [49]over hem [50]bidden, hem [51]zalvende met olie [52]in den Naam des Heeren. 47. Namelijk van lichamelijke ziekte. 48. Namelijk die de gave hebben van gezondmaking door wonderen, welke toen sommigen leraars en ouderlingen gegeven werd. Zie 1 Kor.12:9. 49. Of voor hem. 50. Zo heeft gebeden Elia over den zoon der weduwe, 2 Kon.4:33; Christus over Lazarus, Joh.11:41, en Paulus over Eutichus Hand.20:10, namelijk dat God hem zijn zonden wil vergeven en zijn gezondheid wedergeven. 51. Namelijk naar het voorbeeld der discipelen, die van Christus ontvangen hebbende de gave van wonderbaarlijke gezondmaking, daartoe olie gebruikten, Mark.6:13; niet dat in de olie enige verborgen kracht was om de ziekten te genezen, maar zij gebruikten deze als een buitengewoon teken, waaruit bekend was, dat door hun dienst zulk een wonder van God geschiedde tot bevestiging van hun leer; gelijk men ziet dat Christus en de apostelen, in het genezen van de ziekten nu speeksel, slijk, aanrakingen, oplegging der handen, dan hunne schaduwen, gordels en zweetdoeken daartoe gebruiken. Welke gave van wonderbaarlijke gezondmaking, daar zij nu vele honderden jaren opgehouden heeft, als niet meer nodig zijnde, daar de Evangelische leer genoegzaam met wonderen is bevestigd, zo wordt tevergeefs en spottend dit uiterlijk teken nog heden als een sacrament gebruikt, en nog meer wordt het bijgelovig misbruikt, als men meent dat zulke zalving kracht heeft om de zonden weg te nemen en tot zaligheid der zielen dienstig is. 52. Dat is, aanroepende de naam des Heeren die de bewerker is van zulke wonderbaarlijke gezondmaking.