Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Omdat gij u verblijd hebt, omdat gij van vreugde hebt opgesprongen, [29]gij plunderaars Mijner [30]erfenis! omdat gij [31]geil geworden zijt als een grazige vaars, [en] hebt gebriest als de sterke [32][paarden]; 29. Of, plunderende, of als gij plundert. 30. Van het land Kanaan en van mijn volk. 31. Of, gegroeid zijn, aan het lichaam toegenomen zijt, als een jonge vaars, die in jong teder gras gaat weiden. 32. Gelijk boven hfdst.47 vs.3.