Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Des nachts doorboort [36]Hij mijn beenderen [37]in mij, en mijn polsaderen rusten niet. 36. Namelijk, God, gelijk boven, vs.11, en in het volgende, te weten, omdat Hij hem ook des nachts, als anderen rusten, geen rust liet genieten door het geweld zijner ziekte, hetwelk indrong tot de sterkste en binnenste delen des lichaams. Vergelijk boven, hfdst.7 vs.3,14, en hfdst.17 vs.12. 37. Hebreeuws, van boven mij; dat is, uit den hemel, vanwaar Hij zijn plagen op mij zendt.