Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar Hij verlost den [30]behoeftige van het zwaard, van [31]hun mond, en van de hand des sterken. 30. Dat is, den armen mens, die van de goddelozen verdrukt zijnde, de hulp des Heeren van doen heeft, en wordt in vs.16 arm genaamd, met een woord, in het oorspronkelijke betekenende, niet alleen schaarsheid van middelen, maar ook zwakheid des lichaams; 2 Sam.13:4; Ps.41:2. 31. Te weten, der waanwijzen en listigen, van welke in vs.13 gesproken is, kwade lasteringen, dreigementen en wrede raadslagen.