Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], De hoofden dan der Levieten waren Hasabja, Serebja, en Jesua, de zoon van Kadmiel, en hun broederen tegen hen over, om te prijzen [en] te danken, naar het gebod van David, [15]den man Gods, [16]wacht tegen wacht. 15. Zie Richt.13:6. 16. Dat is, zij deden hun dienst bij beurten, de een om den anderen, naar Davids ordinantie. Zie 1 Kron.25: alzo boven, vs.8.