Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [14]Gij spijst hen [15]met tranenbrood, en drenkt hen met tranen uit [16]een drieling. 14. Dat is, Gij spijst ons, zie hfdst.42 vs.4. 15. De zin dezer woorden is dat hun het lijden zo gemeen is als eten en drinken, en dat zij met zeer grote zwarigheden bezocht werden. Of, tranenbrood; dat is, brood in de tranen gedoopt: of tranen in de plaats van brood, gelijk hfdst.42 vs.4. 16. Of, een grote maat. Het Hebreeuwse woord betekent ene maat, hetzij van natte, gelijk hier, of droge waren, gelijk het schijnt genomen te worden Jes.40:12; waar drie gemene maten ingaan, waarvan de grootte ons onbekend is.