Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Opdat ik [51]een dienaar van Jezus Christus zij [52]onder de heidenen, het Evangelie [53]van God [54]bedienende, opdat [55]de offerande der heidenen [56]aangenaam worde, [57]geheiligd door den Heiligen Geest. 51. Grieks, leitourgos. Zie van dit woord Hand.13:2; hfdst.13 vs.6; Hebr.8:2. 52. Zie Hand.9:15, en Hand.13:2; hfdst.11 vs.13. 53. Dat is, dat God mij toevertrouwd heeft en belast te leren met prediken en schrijven. 54. Of, opofferende; dat is, als een heilig werk bedienende; gelijk der priesteren werk was. 55. Dat is, niet die de heidenen zullen opofferen, gelijk hfdst.12 vs.1, maar die ik uit de heidenen tot God zal bekeren, en alzo Gode zal opofferen door mijn dienst. Zie dergelijke Mal.1:11. 56. Zie hfdst.12 vs.1. 57. Zie ook aldaar.