Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En het zal geschieden te dien tijde, [44]Ik zal Jeruzalem [45]met lantaarnen doorzoeken; en Ik zal bezoeking doen over [46]de mannen, [47]die stijf geworden zijn op hun droesem, die in hun hart zeggen: [48]De HEERE doet geen goed, en Hij doet geen kwaad. 44. Te weten, Ik de Heere. 45. Dat is, met grote naarstigheid: Ik zal maken dat de Chaldeen en andere vreemde soldaten al den schat en rijkdom zullen zoeken, en alles wegnemen. Of het betekent dat God op het nauwste de zonden van het volk zal bezoeken en straffen. 46. Of, die lieden. 47. Of, die op hunne heffen, of gest liggen; dat is, die gerust en zorgeloos zijn en in vleselijke zekerheid leven. Anders: die met hunne hef vermengd zijn; dat is, die allerlei vuiligheid der zonden en der ondeugden opwerpen en als uitgisten, gelijk de nieuwe wijn doet; lees Jer.48:11. 48. De zin is: God past op de regering der wereld niet, Hij straft en beloont nieumand naar zijn verdiensten.