1 Koningen 13:8

SVMaar de man Gods zeide tot den koning: Al gaaft gij mij de helft van uw huis, zo zou ik niet met u gaan, en ik zou in deze plaats geen brood eten, noch water drinken.
WLCוַיֹּ֤אמֶר אִישׁ־הָֽאֱלֹהִים֙ אֶל־הַמֶּ֔לֶךְ אִם־תִּתֶּן־לִי֙ אֶת־חֲצִ֣י בֵיתֶ֔ךָ לֹ֥א אָבֹ֖א עִמָּ֑ךְ וְלֹֽא־אֹ֤כַל לֶ֙חֶם֙ וְלֹ֣א אֶשְׁתֶּה־מַּ֔יִם בַּמָּקֹ֖ום הַזֶּֽה׃
Trans.wayyō’mer ’îš-hā’ĕlōhîm ’el-hammeleḵə ’im-titen-lî ’eṯ-ḥăṣî ḇêṯeḵā lō’ ’āḇō’ ‘immāḵə wəlō’-’ōḵal leḥem wəlō’ ’ešəteh-mmayim bammāqwōm hazzeh:

Algemeen

Zie ook: Brood
Numeri 23:18

Aantekeningen

Maar de man Gods zeide tot den koning: Al gaaft gij mij de helft van uw huis, zo zou ik niet met u gaan, en ik zou in deze plaats geen brood eten, noch water drinken.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יֹּ֤אמֶר

zeide

אִישׁ־

Maar de man

הָֽ

-

אֱלֹהִים֙

Gods

אֶל־

tot

הַ

-

מֶּ֔לֶךְ

den koning

אִם־

Al

תִּתֶּן־

gaaft gij

לִ

-

י֙

-

אֶת־

-

חֲצִ֣י

mij de helft

בֵיתֶ֔ךָ

van uw huis

לֹ֥א

zo zou ik niet

אָבֹ֖א

gaan

עִמָּ֑ךְ

met

וְ

-

לֹֽא־

geen

אֹ֤כַל

eten

לֶ֙חֶם֙

brood

וְ

-

לֹ֣א

noch

אֶשְׁתֶּה־

drinken

מַּ֔יִם

water

בַּ

-

מָּק֖וֹם

plaats

הַ

-

זֶּֽה

en ik zou in deze


Maar de man Gods zeide tot den koning: Al gaaft gij mij de helft van uw huis, zo zou ik niet met u gaan, en ik zou in deze plaats geen brood eten, noch water drinken.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!