1 Koningen 1:32

SVEn de koning David zeide: Roep mij Zadok, den priester, en Nathan, den profeet, en Benaja, den zoon van Jojada; en zij kwamen voor het aangezicht des konings.
WLCוַיֹּ֣אמֶר ׀ הַמֶּ֣לֶךְ דָּוִ֗ד קִרְאוּ־לִ֞י לְצָדֹ֤וק הַכֹּהֵן֙ וּלְנָתָ֣ן הַנָּבִ֔יא וְלִבְנָיָ֖הוּ בֶּן־יְהֹויָדָ֑ע וַיָּבֹ֖אוּ לִפְנֵ֥י הַמֶּֽלֶךְ׃
Trans.wayyō’mer hammeleḵə dāwiḏ qirə’û-lî ləṣāḏwōq hakōhēn ûlənāṯān hannāḇî’ wəliḇənāyâû ben-yəhwōyāḏā‘ wayyāḇō’û lifənê hammeleḵə:

Algemeen

Zie ook: Aangezicht, Gelaat, Benaja, David (koning), Jojada, Nathan (personen), Priester, Troonsbestijging, Inauguratie, Zadok

Aantekeningen

En de koning David zeide: Roep mij Zadok, den priester, en Nathan, den profeet, en Benaja, den zoon van Jojada; en zij kwamen voor het aangezicht des konings.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יֹּ֣אמֶר׀

zeide

הַ

-

מֶּ֣לֶךְ

En de koning

דָּוִ֗ד

David

קִרְאוּ־

Roep

לִ֞י

-

לְ

-

צָד֤וֹק

mij Zadok

הַ

-

כֹּהֵן֙

den priester

וּ

-

לְ

-

נָתָ֣ן

en Nathan

הַ

-

נָּבִ֔יא

den profeet

וְ

-

לִ

-

בְנָיָ֖הוּ

en Benája

בֶּן־

den zoon

יְהוֹיָדָ֑ע

van Jójada

וַ

-

יָּבֹ֖אוּ

en zij kwamen

לִ

-

פְנֵ֥י

voor het aangezicht

הַ

-

מֶּֽלֶךְ

des konings


En de koning David zeide: Roep mij Zadok, den priester, en Nathan, den profeet, en Benaja, den zoon van Jojada; en zij kwamen voor het aangezicht des konings.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!